Een bezoek aan een stukje Afrika en Azië in een park in Fuengirola

23 Oktober 2020

afrika-en-azie-park-fuengirola-1"Welk park dan?" Het Bioparc." "Oooh, de dierentuin!" Ja, van 1978 tot 2000 heette het de Zoo van Fuengirola, maar toen kwam er een zeer voortvarende en inventieve Doña Maldonado aan het bewind en sindsdien heet het Bioparc.

Niet alleen de naam is veranderd, het hele aanzien van de dierentuin werd een park, waarin dieren zich in hun eigen leefomgeving min  of meer vrij konden bewegen. Er werden allerlei tropische gewassen en bomen ingevoerd, watervallen gecreëerd, ja, zelfs een mangrove bosje aan de vijver geplant. In de grotten er tegenover kun je achter een glasplaat de meest wonderlijke vissen zien zwemmen. Overal zijn natuurlijke barrières in de vorm van bruggetjes, boomstammen en riviertjes die de scheidslijn vormen tussen mens en dier.

Het doel van deze opzienbarende verandering van een terrein met dieren in hokken en kooien in een geslaagde nabootsing van hun echte habitat is om mensen respect bij te brengen en meer inzicht te geven in de leefwijze van de dieren in harmonie met hun omgeving. Bovendien hebben ze alleen bedreigde diersoorten met het doel ze voor uitsterven te behoeden.

Fuengirola doet mee aan een "breeding" programma. Ze hopen dat de nu nog te jonge puberale tijgerin Kerenci op den duur met de twee jaar oudere Harau wil paren. Met het vorige tijgerpaar is het niet gelukt. De leeuw, giraf en olifant vind je niet in dit park, ze zijn geen bedreigde diersoort, maar je vindt er wel veel andere interessante dieren. De casuaris zijn wervelende zwarte haren vacht en een zeer kleurig koppie bijvoorbeeld, loopt rond in dezelfde ruimte waar een rood panda beertje in de boom klautert. Deze dieren zijn sinds de prehistorie nauwelijks veranderd, hun voorouders hadden dezelfde kleurenpracht en verfijning van de haren in hun vacht.
Ook onze bijna gelijke (minder dan 5% DNA verschil) de gorilla wordt met uitsterven bedreigd door ontbossing, jacht en vooral omdat ze weinig weerstand hebben tegen onze ziektes. Ze eten voornamelijk bladeren, dat kost heel veel tijd om te verteren, vandaar dat je ze in het park nogal eens lekker ziet slapen bovenop een boomstam of een rots. Ze zijn nog steeds, met de chimpansees die op het terrein aan de overkant in de kale boomtakken rondspringen, enorme publiekstrekkers. Er staan altijd wel kijkers bij, evenals bij de ingang trouwens, waar meteen links tussen de enorme bananenbomen een familiegroepje zwarte namaakgorillas staat uitgebeeld en altijd is er wel een mensenfamilie, die met ze op de foto wil.

Bij deze ingang ontmoetten wij onze gids, Marta. Zij liep met ons langs de grote baobab boom, waar ik ooit al enige malen doorheen was gelopen voor een avondvoorstelling van nachtdieren en soms ook van neger dansers. Door de Coronacrisis gaan deze zaken voorlopig niet door. Marta  vertelde dat de baobab boom, die heel groot kan worden en gespleten is in het midden, net zoals deze hier, afsterft en  door de inboorlingen als woning wordt gebruikt.

En toen kwam de teleurstelling....de boom hier in het park, waar alles zo natuurlijk mogelijk was aangelegd bleek namaak van beton! Alleen het vlechtwerk ervoor bij de ingang was van natuurlijk materiaal. En juist deze boom, die je ook van buitenaf boven het park ziet uitsteken, was voor  mij het symbool van het Bioparc. Maar de verder rondleiding maakte alles weer goed. De gids leidde ons door de jungle van Afrika met de apen en langs de mangrovebossen bij het water van de wetlands.

Langs de grote vissen achter glas, waar opeens een enorme monstervis voorbijschoot en langs een vallei met een beekje, waar exotische herten en grote loopvogels vredig rondliepen. In het water zwommen vele soorten vissen, één ervan was heldergroen.
Volgens Marta was het een steur, waar ook de kostbare kaviaar in Rusland van gemaakt wordt....tegenwoordig ook in Riogordo. Azië had romantische tempeltjes met Boeddha's tussen de grote tropische bomen en daar zagen we ook de twee Sumatraanse tijgers, waar ze uiteindelijk jonkies van verwachten. Ik wist niet precies wie het mannetje of het vrouwtje was, maar één van de twee lag heerlijk tegen de glazen wand en de boom die ons scheidde, te slapen, met de kop omhoog. De andere liep op fluwelen voeten als een echte katachtige door de struiken. Ze zijn de kleinste van de vijf tijgerrassen maar ik vond ze zeer imposant en met een prachtig gestreept patroon op hun donkerbruine rug. Zo hebben ze de perfecte schutkleur om tussen de struiken en grassen van het landschap hun prooi te besluipen.

Het is heerlijk wandelen tussen de lommerrijke bomen, de vijvers en de beekjes vol exotische diersoorten. Soms kon je een tunnel induiken om slangen of schildpadden te bewonderen. Als inwoner van Fuengirola kun je een jaarkaart kopen....best de moeite waard om in plaats van over de boulevard, over de paden van dit natuurgebiedje te wandelen. Het kost wat, maar al die dieren moeten gevoed worden en het park wordt onderhouden door 65 medewerkers. Er is trouwens  ook een speeltuintje, een kleine kinderboerderij en een restaurant, dus je kunt er de hele dag aangenaam en leerzaam met de  kinderen doorbrengen.

Nog één dier wil ik vermelden, mijn favoriet, de flamingo. Hier hebben ze een fantastische kolonie van deze elegante vogels in een rivier met een waterval en rotspartij op de achtergrond. We zagen vier grijze jongen tussen als die wit met roze verenkleding en lange buigzame halzen. En ja hoor, toen ik goed keek, zag ik dat één grijs jong, met opengesperde bek omhoog. gevoed werd door de snavel van zijn moeder. Zulke momenten beleef je niet op de boulevard.

Else van Velthuijsen