CCCA April Run 2017
12 Oktober 2017Zoals gewoonlijk hadden we op de eerste dinsdag van de maand en wel op 4 april 2017 het maandelijks diner met de Classic Car Club Andalucía in het restaurant van Golfclub El Chaparral in La Cala de Mijas. Dus togen mijn Engelse vriendin en ik daarheen.We ontmoetten er diverse leden, voornamelijk Engelsen, die hier al jaren, tenminste gedurende de wintermaanden, als “Snowbirds”, overwinteren.
Ook enkele (Spaanse) Hollanders, leden van de club, waren van de partij en ik als NederBelg moest natuurlijk met hen de laatste nieuwtjes uitwisselen. Zo kon ik weer eens mijn moedertaal spreken.
Dat het maandblad Kosta door hen wordt gelezen, werd mij al snel duidelijk, na de reacties die ik kreeg op mijn reisverslag over Sturgis USA, in het aprilnummer.
Verder babbelden we wat over klassieke auto’s, niet zozeer over de technieken, en merken etc., doch meer over de waardestijgingen van die ouwe karren de laatste jaren. Echte klassiekers beginnen nu meer op mobiele beleggingsobjecten te lijken dan op rijdende voertuigen.
De nieuwe Engelse eigenaar van het restaurant, nu genaamd Treetops, serveerde voor de ruim 50 gasten een voortreffelijk diner, waarbij mijn main course bestond uit een Chicken Supreme met goats cheese.
Ja het menu was in het Engels, wat we nu wel gewoon zijn bij de vele Engelse restaurants langs de Costa del Sol.
Ik discussieerde met diverse Britten over de Brexit, waar we maar niet tot een eensluidende slotconclusie konden komen. Ook Gibraltar kwam aan bod, waar we in het jaar 1704 gezamenlijk als Nederlands-Britse vloot (of moet ik schrijven; Brits-Nederlandse vloot) de berg op de Spanjaarden veroverden en met de Vrede van Utrecht enkele jaren later het gebied “voor eeuwig” Brits maakten. Over een ding werden we het wel eens: wij, Nederlanders en Belgen, kunnen niet zonder de Britten en andersom precies hetzelfde. Daar lieten we het maar bij. Een soort haat-liefde verhouding.
Tijdens het dessert, kregen we de noodzakelijke informatie over de Tour die we de volgende zaterdag zouden gaan rijden.
We vernamen ook dat ik met mijn Triumph de - CCCA Photo Competition Price van de maand - had gewonnen.
Op zaterdag reden we dan de tour van ruim 100 km vanaf restaurant Los Almendros aan de Ronda - road, de A397, net boven San Pedro. We verzamelden ons daar met ca. 37 auto’s, waarvan er een kleine 15 gerekend konden worden tot echte klassiekers (40 jaar of ouder), waaronder een Bentley van 1930. De overige waren young-timers of dure exclusieve (bijna) nieuwe Aston Martins, Rolls Royces, Jaguars, Ferrari’s, Mercedessen of Porches.
We zagen en spraken met diverse bekenden van de club, dronken een koffie alvorens we vertrokken en gewapend met ons roadbook reden we dan één voor één in de richting van Ronda. Veel haarspeldbochten en hellingen van 12 % of meer zijn hier geen uitzondering. We werden al ras omringd door motorrijders die ons als circuit-coureurs passeerden en deze route naar en van Ronda zeker in de weekends onveilig maken.
Schuin hangend met linker of rechter knie over het asfalt, iets wat ik met mijn Harley Davidson in het verleden al helemaal niet hoefde te proberen.
We stopten na 40 km nabij Ronda voor een korte pauze bij Venta La Parrilla, gelegen op een hoogte van 1425 m boven de Middellandse Zeespiegel. Op deze hoogte was de wind duidelijk aanwezig en met een sterkte van zo’n 5 tot 6 beaufort (om in zeilers-termen te spreken) was de lagere temperatuur hier duidelijk voelbaar. We dronken in deze ‘Venta’ een café con leche en bewonderden de vele hammen die hier aan het plafond hangen.
We passeerden Ronda, één van de oudste steden van Spanje, onder meer beroemd om zijn brug, de Puente Nuevo uit 1751, gebouwd in drie stenen boog segmenten over de rivier de Guadalevín. Deze rivier verdeelt Ronda in tweeën: de oude wijk en de nieuwe wijk.
Vanaf dit punt koersten we via de A369 en de zeer bochtige MA7307, door het natuurpark Serranía de Ronda, met een sterk afwisselend landschap; ruig en rotsachtig. We kwamen door de typische witte dorpen zoals Alpendeira en Cartajima, allemaal van Moorse oorsprong en her en der tegen de rotsen geplakt, met diepe ravijnen links of rechts van ons.
We reden verder in de richting van Faraján, om uiteindelijk te belanden in het Smurfendorp Júzcar, waar we even een rustpauze hielden om wat foto’s te maken.
Waarom is dit dorp blauw, terwijl gewoonlijk de dorpen in Andalucía wit geschilderd zijn? Wel, Sony Pictures España selecteerde in 2011 Júzcar om als locatie te dienen voor een internationaal promotie-evenement voor de film van de Smurfen en liet het dorp in de typische blauwe kleur van de Smurfen schilderen. Sindsdien is dit van oorsprong witte dorp, wereldberoemd geworden en blauw gebleven.
We vervolgden onze route via een wel zeer smal weggetje door het bergdorp Pujerra om via de MA 7300 en het dorp Igualeja, weer uit te komen op de ons bekende weg van Ronda naar San Pedro.
Deze zuidelijke bochtige route, met vergezichten tot de Middellandse Zee, bracht ons door het viaduct van de tolweg de AP7, in de richting van Golfclub La Quinta. Waar we onze bolides dienden te parkeren in volgorde van authentieke klasse, opdat de fotografen onder ons hun kunsten konden botvieren voor de CCCA Photo Competition Price van de maand. Op deze wijze kwamen de echte klassiekers goed uit de verf. Veel benzine armer maar met meer indrukken rijker, genoten we ten slotte in restaurant El Gamonal in een prachtige tuin van een late lunch, waarna deze CCCA Run teneinde was.