Classic Cars en Cultuur
22 Augustus 2019In het vroege voorjaar namen we deel aan een classic car tour naar Carmona, in Andalusië, waar we verbleven in het historisch Casa Palacio de Carmona. We vertrokken met 22 Klassieke auto’s en ons vertrekpunt lag boven San Pedro.
Met onze Triumph van 1968 reden we van San Pedro in noordelijke richting over de A397 de Carretera de Ronda, berucht om zijn meer dan 100 bochten, waar menig motorrijder onderuit gaat. We waren dus op onze hoede en zeker met de wetenschap dat Spanje behoort tot de top tien van Europa’s gevaarlijkste landen om in te rijden. Spanje staat op de negende plaats, België neemt de derde plaats in (na Oostenrijk en Duitsland) en Nederland staat op de 20ste plaats.
Nabij Ronda op een hoogte van ruim 965 m namen we de A372 in westelijke richting. We reden door het nationaal park van Sierra de Grazalema, een natuurpark dat door de Unesco als “biosfeerreservaat” is erkend en waar de bergtoppen een hoogte tot 1.540 m boven de zeespiegel bereiken.
Dan kwamen we door Grazalema, om vervolgens in noordelijke richting over de bergpas naar Zahara de la Sierra te rijden met adembenemende uitzichten over het stuwmeer. Dit van oorsprong witte Moorse dorp is strategisch gelegen tussen Ronda en Sevilla met een prachtig uitzicht over de vallei; een perfecte locatie voor een kasteel dat meer als een fort (en uitkijkpost) dienst deed tegen vijandelijke aanvallen.
Zahara de la Sierra
Van hieruit vervolgden we onze route naar Carmona en verbleven 2 nachten in Casa Palacio de Carmona. Dit luxe hotel is gevestigd in een prachtig gerestaureerd 16e-eeuws paleis in het historisch centrum van Carmona, gelegen op ca 33 km ten noordoosten van Sevilla. Carmona behoort tot één van de oudste steden van Europa waar gevonden restanten terug gaan tot de 12de eeuw voor Christus.
Hier in het hotel Casa Palacio de Carmona verbleven we met 44 Classic Car enthousiasten, van diverse pluimage en verschillende nationaliteiten. Waar de Britten weliswaar, ver in de meerderheid, de taal bepaalden en wij buitenlanders ons Engels konden oefenen.
Tijdens het diner op de eerste avond werd ook veel internationale informatie uitgewisseld. Zo constateerden we dat we met totaal zes nationaliteiten aan deze tour deelnamen. Grappig om dan met je Noorse, Deense, Zwitserse en Belgische tafelgenoten allen Engels te spreken en we het o.a. hadden over de cultuurverschillen van de diverse landen die we vertegenwoordigden. Ook het woord Brexit kwam diverse malen aan bod en de Britten hadden het moeilijk om dit simpel en duidelijk aan ons uit te leggen.
Ook stelde men vragen aan mij als Nederlander, woonachtig in België of bekend als Nederbelg. Ja, de cultuurverschillen tussen België en Nederland zijn verrassend. We leven al heel lang langs elkaar en we spreken ook nog eens ongeveer dezelfde taal.
Het tutoyeren in Nederland is gemeengoed geworden, terwijl men in België elkaar nog altijd met “U” aanspreekt. Ook het woord “nee” komt moeilijk of niet uit de mond van een Vlaming. Het is volgens een Belg immers brutaal om een vraag van iemand kortweg met “nee” te beantwoorden. Dus zegt een Vlaming liever “Ja maar...” en vervolgt dan met een negatief antwoord. Wel zo beleefd, maar vaak moeilijk voor een Nederlander om dan te begrijpen dat hij of zij een afwijzing op de vraag heeft gekregen.
Deze avond eindigde met een “wel te rusten” uitgesproken in de eigen taal van iedere tafelgenoot.