De brandweer in Spanje
14 Augustus 2019Het is een kalme dag geweest, de 30ste augustus 2012 en in de brandweerkazerne verloopt alles normaal. Plots komt er in de vroege avond een oproep binnen en schieten de brandweermannen uit de startblokken. Het zou iets groots zijn! De poort wordt geopend en met loeiende sirenes en piepende banden schieten de brandweerwagens de straat op naar wat later “de grote brand van de Costa del Sol” zou genoemd worden.
De brand begon tussen Coín en Alhaurín el Grande en zette de hele autonome regio Andalucía in rep en roer. Aangespoord door een sterke ‘terral’, noordenwind, werden zes gemeenten bedreigd, 8.225 ha verbrand, viel er één dode, minstens 5 zwaar gewonden en moesten 6.500 mensen geëvacueerd worden. De schade wordt geschat op 39,6 miljoen euro. Na 4 dagen onophoudelijk blussen keren de heldhaftige en professionele brandweerkorpsen terug naar hun kazernes.
Maar de brandweer in Spanje is niet altijd zo professioneel geweest. In de loop van de geschiedenis zijn er altijd wel mensen geweest die zich bezig hielden met het blussen van branden echter nooit op professionele wijze. Op 20 maart 1789, het jaar van de revolutie in het Franse buurland, beschreef de secretaris van de Spaanse koning wat er moest gedaan worden in het geval van een brand. Dit was het prille begin van de brandbestrijding. Ongeveer 30 jaar later, in 1823 werd in onze Andalusische regio, in Granada, het eerste officiële brandweerkorps opgericht: de Compañia de Zapadores Bomberos. Het duurde tot 1891 alvorens er in Gijón een professioneel, permanent korps werd opgericht met een korporaal, aspirant-officier en vier brandweermannen.
Na de burgeroorlog (1936-1939) verminderde, wegens een gebrek aan financiële middelen, het aantal brandweerlieden en werden de activiteiten op een laag pitje gezet. Pas in de jaren 60, met het heropleven van de economie en de vele bosbranden, begon men meer te investeren en werden de brandweerkorpsen van Barcelona (1963), Madrid (1967), Balearen (1975) en vele anderen opgericht. Vanaf de jaren 80 verplichtte men gemeentes met meer dan 20.000 inwoners om een brandweerkorps te hebben.
Tegenwoordig beschikken deze korpsen over modern materiaal, zoals brandweerpakken die temperaturen tot 1.200 graden Celsius kunnen weerstaan, wagens die uitgerust zijn met trajectbegeleiding om nog sneller de plaats van het incident te kunnen bereiken en informaticasystemen die veel van de taken automatiseren. Het overkoepelend orgaan APTB (Asociación Profesional de Técnicos Bomberos) verzamelt ook alle gegevens over de interventies voor de statistieken om zodoende een beter inzicht te krijgen in brandpreventie en veiligheid.
Zo beschrijft het rapport “victimas de incendios en España en 2017” van de APTB dat in 2017 het merendeel van de branden en dodelijke slachtoffers (3 op 4) plaats vinden in woningen. Niet verwonderlijk aangezien er veel meer woningen zijn en ze in tegenstelling tot bedrijven en openbare gebouwen vaak niet over goede detectie of blusmiddelen beschikken.
Datzelfde jaar waren er dan ook meer dan 23.000 woningbranden in Spanje wat neerkomt op een gemiddelde van 63 per dag. Van de dodelijke slachtoffers kwam het grootste deel (45%) door verstikking om het leven. De eenvoudige plaatsing van een goedkope rookmelder op een strategische plaats in de woning kan al veel dodelijke incidenten voorkomen, meldt het rapport.
Het rapport beschrijft ook dat er in 2017 een totaal van 212 mensen het leven verloren door een brand. Hoewel dit een hoog aantal is, daalde het met 40% ten opzichte van 1980. Op een bevolking van meer dan 45 miljoen inwoners wil dit zeggen dat er per miljoen inwoners 4,54 doden te betreuren waren. Dit cijfer is laag vergeleken met de andere Europese cijfers, het Europees gemiddelde ligt op 12, Nederland telt 4,1 dodelijke slachtoffers en België 13,5.
Ook in vergelijking met de rest van de wereld doet Spanje het uitstekend wat betreft brandbestrijding en bevindt het zich bij de koplopers. Na een trage start heeft het de middelen, infrastructuur en wetgeving om adequaat te kunnen optreden bij incidenten en kan zodoende de veiligheid garanderen van de bevolking en hun woonomgeving.
Kom je toevallig een brandweerman tegen wens hem dan een “droge brandweerslang”; dat wil zeggen dat er tijdens zijn dienst niets zal gebeuren en we allen gerust op onze beide oren kunnen slapen.