De Neolithische Revolutie
29 September 2019Ooit van gehoord? Ik niet. Ik las het in een oud krantenartikel dat ik bewaard had over Antequera. Toen ik in Antequera was ging ik dus eerst maar eens naar de afdeling prehistorie van het stedelijk museum en daarna met een taxi voor €5 naar de Dolmen.
In het museum was een rondwandeling door vier of vijf zalen gewijd aan de vondsten uit de omgeving met erbij heel duidelijke illustraties over het leven van de prehistorische mens.
De Prehistorie begint bij de eerste verschijning van de mens en eindigt in de negende eeuw voor Christus met de komst van de Phoeniciërs. Deze brachten een schat aan nieuwe gebruiken, materialen en werktuigen met zich mee.
De eerste bewoners van de regio verbleven in de grotten van El Torcal en de La Peña de los Enamorados (de rots van de geliefden). Daar werd in een kleine grot met rotstekeningen een soort schrijn gevonden, een prehistorisch heiligdom.
De eerste bewoners van El Torcal waren jagers en verzamelaars. Later hielden ze ook al wat vee, voornamelijk geiten en schapen. Maar er is ook een skelet van een hond gevonden uit die tijd. Ze leefden vooral van de jacht en van wat ze op het veld aan planten en vruchten konden vinden.
Waarschijnlijk door een voedselschaarste en een sterke aardbeving trok het grootste deel van de bevolking naar beneden, naar de vruchtbare vlakten vol water, struiken en bomen.
Hier voltrok zich een totale verandering in levensstijl. Van de begrensde ruimtes tussen de bergen, naar de vlakten van de rivieren. Van een nomadisch leven naar een gevestigd bestaan als landbouwer. Van oogsten wat de natuur aanbiedt naar het zelf produceren en bewerken.
Het produceren van voedsel vereiste werktuigen, niet alleen meer de geslepen stenen, messen en pijlpunten, maar hooivorken en sikkels. Potten en schalen, kortom alles wat nodig was om de natuur en de natuurproducten te bewerken en te bewaren. Tot aan primitieve graanmolens en ovens toe. Ook werden er hutten gebouwd om de oogst in op te slaan.
Deze omwenteling in levensstijl noemde men de Neolithische Revolutie, die rond het achtste millennium voor Christus begon en die al met al zo’n tweeduizend jaar duurde. Wel iets langer dan de Franse Revolutie, maar destijds spraken we van millennia.
Het technische vermogen en de cultuur veranderden en rond het vierde millennium werden de Dolmen geconstrueerd. Enorme stenen bouwwerken die alleen maar tot stand konden komen door de samenwerking van minstens vijftig mensen. Die moesten dan meer dan manshoge blokken steen uit de rotsen hakken en verder verslepen. Het uithakken gebeurde op dezelfde manier als in het oude Egypte. Door een natte stok of lat in een rotsspleet te steken die door de warmte uitzette en zo de rots deed splijten.
De steenblokken of megalieten werden rondom in touwvezels geknoopt, zoals bij ons een postpakketje. Die werden aan een serie tuigen geknoopt waaraan een hele stam eensgezind liep te trekken.
Tevoren waren er lijnen uitgezet op de aarde als bouwplan en daarlangs werden diepe geulen gegraven voor de zijwanden.De dekstenen werden eerst langs schuine palen omhoog gehesen. Als het geheel klaar was werd alles, behalve de ingang, met aarde bedekt zodat er een ronde heuvel ontstond, die al snel met gras begroeid raakte.
Dit hele bouwproces kun je zien in het museum bij de ingang van het Dolmen terrein. Er is een videotentoonstelling die twaalf minuten duurt, in zes talen, zelfs in het Nederlands. Van deze video heb ik paar foto´s gemaakt als illustratie.
Wie weet wat er onder de grond nog verborgen is, maar rond het museum zijn drie Dolmens: de Menga, een graftempel in galerijvorm, de Viera, een grafkamer met gang en de Romeral, een gang met een graf met een valse koepel voor de twee grafkamers. De Romeral was helaas gesloten, maar de twee anderen hebben we bezocht.
De Menga bestaat uit 32 enorme steenblokken, zes meter lang en drieënhalve meter hoog, die samen een gang vormen. Er achter is een grafkamer met een twintig meter diepe put ervoor. De gang werd bedekt met een deksteen van zo´n honderdtachtig ton! Er was een middenpilaar nodig om dit gewicht te torsen, op zichzelf al een zeldzaamheid in deze tijd (3650 en 3750 jaar v.C.) Ook het achtergedeelte werd gedekt door een tumulus (deksteen) met een doorsnede van vijftig meter.
De aardige suppoost vertelde dat de Dolmen niet alleen gebruikt werd voor rituelen en als grafstenen, maar in latere jaren ook als paardenstal. Er werden later honderden skeletten gevonden.
Het meest bijzondere aan de Menga is dat hier niet zoals bijna alle Dolmen de richting bepaald werd door de zon of de sterren. Nee, de ingang is duidelijk gericht op de rots, nu bekend als de Peña de los Enamorados, waar ook nog historisch waardevolle rotstekeningen zijn gevonden.
De Viera die we daarna bezochten was daarentegen gericht op het zuiden zodat bij de zomerzonnewende zonnestralen tot in de grafkamer konden doordringen.
Hier kun je ook duidelijk de ronde met gras bedekte heuvel zien, die je door een lange, met stenen gemarkeerde ingang kunt binnengaan. Je loopt door die gang van 21 meter lang en 1,20 meter breed en 1,80 hoog naar een grafkamer achterin. Dit alles ook hier weer bedekt met een deksteen van 50 meter doorsnee. Op de zijmuren was nog vaag een uitgehakte decoratie zichtbaar. En al even vage resten van een roodachtige muurtekening.
De Romeral was wegens restauratie niet te bezoeken, maar ik heb gelezen dat het meest bijzondere hiervan is dat de twee ronde grafkamers aan het eind bedekt zijn met een “valse” koepel: namelijk een van binnenuit uitgeholde deksteen.
Ook de bouwrichting is atypisch. Namelijk gericht op El Torcal (geografisch gezien) en op de winterzonnewende (astronomisch gezien). Het geheel wordt nog steeds geflankeerd door een rij statige cipressen.
Na dit alles gezien, gehoord en verwerkt te hebben verbaast het ons niet dat dit prehistorische complex in 2016 tot Werelderfgoed is verklaard.
Dolmenes de Antequera
- Contact:
Carretera de Málaga 5
29200 Antequera - Tel.: 951 214 661
- Website: museosdeandalucia.es
- Openingstijden: Dit veranderen regelmatig. Bel of zie website voor de actuele tijden.
- Prijs: 1,50 euro
m.m.v. Jeani Hoftijzer