De schilderijententoonstelling
23 December 2019Wie zei dat kunst niet meer bestaat! Het vibreert, en wel in hevige mate in de ruime zalen van het gemeentelijk jeugdcentrum. De afdeling Cultuur heeft hier de crème de la crème van Europese kunstenaars bijeengebracht.
Vernieuwende, alsmede traditionele artiesten hebben er toe bijgedragen dat deze tentoonstelling een betrouwbaar beeld geeft van wat er al zo opborrelt in de kunstzinnige gemoederen van onze artistieke medeburgers.
Laat ons echter bij het begin beginnen.
Allereerst betreden wij de Blauwe Zaal waar normalerwijze onze jeugd zich bekwaamt in het edele domino- en klaverjasspel. Het is in deze zaal dat wij ons bewust worden van de verfijnde penseelvoering die Simon Snotgras hanteert. De subtiele lichtschakeringen in zijn werk laten zien dat hier een traditionalist aan de slag is.
De grote verscheidenheid aan groene tinten die Simon gebruikt zullen het ongeschoolde oog misschien in verwarring brengen maar een nadere beschouwing leert ons dat het werk van Snotgras een duidelijke boodschap heeft alhoewel die ons op dit moment niet te binnen wil schieten.
De geschoolde kunstkenner zal deze boodschap echter onmiddellijk begrijpen en het moge duidelijk zijn dat Simon het nog ver zal brengen. Het moge tevens duidelijk zijn dat we ons over de financiële toekomst van de Snotgrasjes geen zorgen meer hoeven te maken.
In de Blauwe Zaal zijn ook een paar interessante miniaturen te bewonderen. De maker hiervan, Paul Petit, is er in geslaagd om tot in de kleinste bijzonderheden de strijd weer te geven van de insecten die verstikt raakten in de stof achter zijn schildersezel.
De aandachtige toeschouwer kan zien dat hier een vakkundig entomoloog aan het werk is geweest en het feit dat Paul tevens een uitmuntend colorist is heeft geleid tot meesterwerkjes van de miniatuurkunst die een verzengende boodschap van realiteit uitstralen. De artiest, staande op een zeepkist, want evenals zijn schilderijen is Paul klein van stuk, vertelde ons dat zijn volgende werk een panoramisch gezicht op de Himalaya’s zou worden. ‘Mijn gedachten gaan uit naar een doek van tien bij vijf meter want de tijd is rijp om de zaken wat groter aan te pakken’ zo vertelde Paul ons.
Laat ons nu het werk van Boudewijn Futselaer thoe Beekjes aan een nadere beschouwing onderwerpen. Tegenwoordig is Boudewijn, Bou voor vrindjes, een alom gerespecteerd kunstenaar maar er was een periode waar hij lange tijd blindelings zocht naar de juiste wijze om zijn artistieke talenten de vrije teugel te laten.
Na een korte flirt met surrealisme die uiteindelijk niet het gewenste resultaat bracht, stapte Boudewijn over op fresco’s waarbij hij de oude Byzantijnse traditie volgde. Dit bleek echter ook een korte bevlieging te zijn, hoofdzakelijk te wijten aan de geringe ervaring die Boudewijn met deze kunstvorm heeft.
Na een korte overgangsperiode naar een meer compacte stijl kwam Bou plotseling tot de ontdekking dat zijn eigenlijke kracht in het kubisme lag. De bekwame artiest ontdoet zijn onderwerpen nu van hun inherente kenmerken en reduceert ze daarbij tot louter abstracties. We moeten waarschijnlijk teruggaan tot de Liechtensteiner school eer we iets vinden dat ook maar enigszins te vergelijken is met de sterke lineaire ritmes die Boudewijn nu met ongebreidelde energie op de antieke eikenhouten paneeltjes gooit die hij op slinkse wijze uit het voorvaderlijke stamslot wist te ontvreemden.
‘Hoekige bewegingen in een tweedimensionaal veld’ is een briljant werk en heeft Boudewijn eindelijk de gewenste resultaten gebracht. Het wordt echter tijd om afscheid te nemen van Bou en we gaan nu naar de Rode Zaal.
Het is hier, waar normaliter onze jeugd zich overgeeft aan de beoefening van biljart en tafeltennis, dat de laatste productie van Okke Molensteen bewonderd kan, of liever gezegd bewonderd moet worden.
Okke lapt alle bestaande regels aan zijn afgetrapte laarzen waardoor zijn schilderijen een regelrechte aanslag plegen op het gevoelige oog van de meer verfijnde kunstliefhebber. Gelouterd door de mislukkingen aan het begin van zijn loopbaan is Okke nu sterk teruggekomen met drie onmiskenbare meesterwerken die opgesteld staan tegen de massieve poten van de aanwezige biljarttafel. De schilderijen van Okke maken sterke emoties los en de intensiteit van zijn doeken is van dien aard dat de verf af en toe van het doek vibreert. Na ‘Voedsel in een toiletpot’ bekeken te hebben was ik inderdaad bedekt met kleine okerkleurige verfspatjes die Okke zo kwistig bij de vervaardiging van dit unieke werk heeft gebruikt.
Zijn tweede doek, ‘Storm in een theekopje’ heeft het realisme tot zijn uiterste consequenties doorgevoerd. Het werk in nader ogenschouw nemend trof de aangename geur van Darjeeling met een pietsje Earl Grey onze neusgaten, voorwaar een voortreffelijke melange.
Het derde schilderij dat Okke voor deze tentoonstelling heeft gemaakt draagt als titel ‘Vampieren in een grot’. Klaarblijkelijk is dit doek pikzwart ofschoon Molensteen mij verzekerde dat hij ook een paar zwierig geschilderde vleermuizen deel uitmaken van dit kunstwerk; oké we zullen hier niet over redetwisten.
Okke Molensteen heeft nu eindelijk de zo fel begeerde internationale erkenning verworven. Zijn vrouw gaf onlangs haar baan als caissière bij de lokale supermarkt op zodat duidelijk moge zijn dat de financiële problemen van de Molensteentjes tot het verleden behoren.
Het is ook in de Rode Zaal waar we ons kunnen verlustigen aan de fantasierijke productie van Zacharias Zechstein, Zach voor vrienden. De complexiteit van zijn doeken valt ver buiten het bevattingsvermogen van de gemiddelde kunstliefhebber. De veelzijdige artiest heeft zich definitief afgewend van hedendaagse esthetische bevliegingen en zodoende de schilderkunst losgerukt uit de bespinragde kelders van het modernisme.
De allesomvattende passie die Zach voor zijn metier heeft brengt hem voortdurend op een hoger etherisch vlak en de hiervoor gevoelige toeschouwer kan als het ware het karma van Zach zijn doeken zien druipen. ‘Kots In Een Kwispedoor’ is dan ook een meer dan geslaagd resultaat van Zach zijn compassie en ‘Dit Is Kunst’ is een uitzonderlijk doek dat ook ons nageslacht nog zal verbijsteren. Laten we echter verder gaan want er is nog meer te zien.
De Gele Zaal, normaal gesproken het toneel waar onze jeugd zich bekwaamt in macramé en punniken, geeft ons nu een dieper inzicht in de veelzijdigheid van Angus Bullock, de Schotse landschapschilder. Angus begon zijn artistieke loopbaan met waterverf maar na korte tijd zag hij in dat dit te beperkend was voor zijn ontzagwekkend talent.
Na een korte periode van olieverf en een nog kortere periode van crayon kwam Angus tot de conclusie dat viltstiften de beste wapens waren waarmee hij zijn artistieke agressie kwijt kon. De rusteloze Schot kwam zodoende eindelijk in kalmer vaarwater en heeft reeds menig meesterwerk gecreëerd.
Zijn onderwerpen zijn nauw gerelateerd aan de wereld zoals hij die kent wat te zien is in ‘Eenzame Koe In Een Wei’ en ‘Twee Eenzame Koeien In Een Wei’. Men wordt tot tranen geroerd door de ontzagwekkende kracht en de atmosferische schoonheid van deze werken. De organisatie moet dan ook geprezen worden voor hun vooruitziende blik die er voor zorgde dat naast deze doeken een ruim bemeten doos met kleenex is te vinden.
Het gerucht gaat dat het volgende werk van Angus als titel ‘Drie Eenzame Koeien In Een Wei’ krijgt maar laat ons niet op de feiten vooruitlopen. Deze man is in ieder geval voorbestemd om de kunstwereld nog lange tijd op zijn grondvesten te laten schudden. Genoeg echter over Agnus, hij zal zijn weg wel vinden alhoewel een waarschuwend woord over zijn frequent kroegbezoek hier niet misplaatst is.
De Gele Zaal laat ook een paar interessante doekjes zien van Moon, de dochter van Bert Shine, de welbekende portretschilder. Moon is er in geslaagd om op eigen kracht bekendheid te verwerven en kan onder de traditionelen gerangschikt worden. Haar kwastvoering is buitengewone soepel en haar subtiele gebruik van sepia belooft veel goeds voor de toekomst.
Wij moeten tevens vermelden dat haar chromatische verspreiding meer dan acceptabel is en momenteel speelt ze met het idee om de kleuren wit en schietgeel aan haar palet toe te voegen. Doen Moon, zouden wij zeggen aangezien, volgens onze bescheiden mening, dit haar kwastvaardigheid met het vispenseel zal vergroten.
De enige wanklank tussen al deze giganten is de iele gestalte van Gyro S. Coop. Denkt Coop werkelijk dat de wereld om zijn ego draait, een ego dat net zo opgeblazen is als de prijzen die deze prutser voor zijn rommel vraagt?
Het antwoord is neen, neen, driewerf neen en verder willen wij deze knoeier adviseren om sokken te gaan breien voor het Leger des Heils als hij werkelijk uiting wil geven aan zijn vermeend artistiek talent. Zie je zelf niet dat je een pathetisch figuur slaat Coop?
Jouw belachelijke doekjes dienen alleen maar om de nobele professie van de schilderkunst in diskrediet te brengen. Ksht, scheer je weg en laat ons nooit meer wat van je zien of horen.
Tenslotte viel ons oog nog heel kort op een klein aantal onduidelijke doekjes, tentoongesteld onder de verzamelnaam spiritatieve kunst. Desgevraagd vertelde de maakster, een ogenschijnlijk lief meisje Annemielise genaamd, dat het een synthese was van spirituele en meditatieve schilderkunst. We vonden het beter om het daar dan maar bij te laten.
Wij hebben echter genoeg gezegd. Spoed u naar het Jeugdcentrum en kom tot de ontdekking dat de kunst bloeit als nooit tevoren. Deze expositie zal de artistieke wereld op haar grondvesten doen schudden en eens en voor altijd uw mening over de schilderkunst veranderen.