Een giftig verhaal
3 September 2018Uit het leven gegrepen
Het waren de stille uurtjes in de vroege namiddag en Harry de kroegbaas was net van plan de krant te lezen op zijn terras, toen een hoestende vrouw plaats nam aan het tafeltje naast hem.
Ze bestelde een whisky met ijs en toen Harry de krant weer oppakte zei ze: “Jij weet niet hoe goed je het hier hebt, je leeft hier aan de kust in een gifvrije omgeving en dat is goed voor je gezondheid. Ik hoest de hele dag en breng rommel naar boven die in mijn ingewanden terecht is gekomen. Hier is het voedsel schoon en zodoende komen mijn ingewanden tot rust en hoest ik minder. Ik tril ook niet meer. In Nederland is het verschrikkelijk, ze verkopen je al dat Frankenstein voedsel.”
“Nog niet zo lang geleden zat ik buiten en kon slechts op handen en voeten kruipend weer binnen komen. Sharon, mijn dochter, zei dat ik dat tuig zou moeten aanklagen.” “Welk tuig?” vroeg Harry nadat hij beleefd gewacht had tot de vrouw klaar was met haar zoveelste hoestbui.
“Tuig?” vroeg de vrouw nadat ze een slok van haar whisky had genomen, “Wat bedoel je?” “Nou,” zei Harry “je vertelde dat je dochter zei dat je het tuig moest aanklagen.”
“Oh, de boeren die achter ons wonen. Ze spuiten gif op hun land en daar hebben we nu allemaal last van. Ik denk dat het zenuwgas is tegen het onkruid. Ik laat mijn kleinkinderen niet op zolder slapen, want daar waait het naar binnen. Daar zit een hoop geld achter dat gif, gelatine motivatie noemen ze dat geloof ik.” “Oh je bedoelt waarschijnlijk genetische mutatie” zei Harry.“Ja, dat zei ik toch,” zei de vrouw, lichtelijk geïrriteerd, “en de pers wil er ook niets van weten, jij bent een mazzelkont hoor met al die lekkere vissies die je hier krijgt.”
“Op het strand eet ik altijd bokkeroontjes en dan `s avonds een solomiootje, nou dat is allemaal puur gezond hoor. Weet je,” zo vervolgde ze al hoestende, terwijl de volgende sigaret werd opgestoken, “de Spanjaarden drinken ’s morgens koffie en daarna een cognac om van de koffie te bekomen, dat is me wel opgevallen hoor en het lijkt me zeer verstandig. Verkoop je trouwens ook sigaretten, geef me dan maar een pakje Fortuna, die dingen zijn tenminste een stuk goedkoper dan in Nederland en ik hoef er minder van te hoesten. Neem dan gelijk ook maar een nieuwe whisky mee, maar wat minder ijs en meer whisky hoor,” besloot ze met een vriendelijk knipoogje.
“De pers wil er ook niets van weten.” vervolgde de vrouw even later. “Mijn dokter weet er alles van en zegt dat er reden genoeg is voor publiek ongenoegen dus dat is dan wetenschappelijk gezegd, nietwaar. Hij is in Amerika geweest en was de enige die mijn operatie kon doen, ik ben geopereerd weet je. Mijn man rookte ook maar daar heb ik nu geen last meer van.”
“Oh”, zei Harry, “is hij er mee gestopt?” “Ja dat kun je wel zeggen, want hij leeft niet meer, daar ben ik eigenlijk mooi vanaf gekomen, tsjonge jonge wat een klerelijer was dat.” Ze nam nog eens een flinke slok whisky, staarde diep in het glas en vervolgde met: “En zuipen dat die kon, ik moest altijd mee met hem naar de kroeg, dat vond ie gezellig. Haha gezellig, nou daar zaten we dan met al die aftandse maten van hem in een aftandse kroeg, nee ik ben blij dat ik van hem af ben. Ben jij eigenlijk al voorzien?”
Na twintig minuten nam de vrouw afscheid, een leeg glas, een volle asbak en een opgeluchte Harry achterlatend.