Een korte maar krachtige wandeling vanaf Marbellas nieuwe begraafplaats

4 September 2017

een-korte-maar-krachtige-wandeling-1

Deze route voert ons door de Sierra Blanca, het direct achter Marbella gelegen gebergte. In een gezapig tempo kan de afstand door een ervaren wandelaar in anderhalf uur afgelegd worden. Vanwege het grotendeels rotsachtige terrein moet u wel stevige wandelschoenen met dikke zolen aantrekken.

Vanuit Marbella rijdt men richting Ojén om even voorbij “La Cañada” links af te slaan bij de nieuwe begraafplaats. Vervolgens, na een paar honderd meter, ziet u bij een tweesprong aan de rechterkant van de weg een omhooglopend bospad, het begin van deze wandeling.

Men kan hier de auto parkeren en heeft direct al een prachtig uitzicht op Marbella en de daarachter gelegen Middellandse Zee. Een groot bord met een kaart van de onmiddellijke omgeving is hier geplaatst ten behoeve van het steeds groter wordende aantal mensen dat de schoonheid van het Spaanse berglandschap heeft ontdekt. Over dit pad, dat evenwijdig loopt met de weg naar Ojén, liep ooit een spoorlijn voor het treintje dat erts van de nabijgelegen mijnen naar schepen bracht die aan een pier lagen waar zich nu Marbella’s Puerto Deportivo bevindt. Later werd het spoorlijntje vervangen door een kabelbaan waarvan de laatste - in de zee staande - pilaar nog te zien is aan de oostkant van de Puerto Pesquero.

Na een paar minuten lopen ziet u rechts beneden de nieuwe begraafplaats en het daarbij behorende crematorium. Daarachter bevindt zich een cementfabriek, maar het lommerrijke pad zelf verschaft gelukkig een aangenamer uitzicht met aan beide zijden mimosa- en dennenbomen.

Even voorbij de cementfabriek staat aan de linkerkant een bord met de naam Cañada Ancha, wat vertaald kan worden met Brede Kloof. Van hieruit loopt een rotsachtig pad tussen bomen en varens omhoog en na een stief kwartiertje behoorlijk stijgend ziet men op een vlak gedeelte midden op het pad een dennenboom.

Hier kan men zowel links als rechts afslaan (rechts is een iets langere route) maar wij slaan links af en volgen het pad dat zich nu weer, gestadig stijgend, in vele bochten slingert tussen dennenbomen en hoog struikgewas. Steenhoopjes markeren af en toe de route die overigens bijna altijd duidelijk waarneembaar is.

Tijdens mijn laatste wandeling had ik het geluk een meloncillo (faraorat) te zien die op een afstand van ongeveer tien meter mijn pad kruiste. De spitse snuit naar de grond gebogen en de staart met een klein pluimpje als een soort staartvin recht naar achteren gestoken, verdween razendsnel in het dichte struikgewas. Ofschoon meloncillos regelmatig voorkomen in het zuiden van Spanje is het zelden dat je ze ziet, want het zijn, net als de wilde zwijnen en berggeiten die je hier ook tegen kunt komen, schuwe beestjes.

De her en der omgewoelde aarde die men langs de hele route ziet wordt veroorzaakt door wilde zwijnen die hun voedsel zoeken door met de snuit in de grond te wroeten, maar om deze beesten te zien moet men al heel vroeg opstaan of wachten tot zonsondergang.

Vanaf de eerder genoemde driesprong is het ongeveer 15 minuten klimmen naar de Puerto Acebuche, het hoogste punt van deze wandeling. Acebuches zijn wilde olijfbomen die hier, net als steeneiken en de eerder genoemde eucalyptusbomen, overal groeien. Bij deze driesprong vervolgen we het pad naar links (rechts gaat het pad verder naar Ojén) en na een paar meter wordt u verrast door een prachtig uitzicht op Puerto Rico Alto.

In de holen van de steile rotswand is aardewerk uit de steentijd gevonden, nu te bewonderen in Cortijo Miraflores, het gemeentelijk museum van Marbella. In het silhouet van de daarachter gelegen bergen zijn duidelijk de toppen van de Concha (uiterst links) en de Juanar (uiterst rechts) te onderscheiden.

De tocht gaat nu verder via een tamelijk smal en constant dalend pad met veel losse stenen, dus uitkijken geblazen. Dit is het minst schaduwrijke gedeelte van de wandeling en vooral in de zomer is het dragen van een hoofddeksel aanbevelenswaardig.

De rozemarijn groeit hier in struiken van wel 2 meter hoog en voor kenners is er zelfs af en toe een wilde orchidee waar te nemen. Hagedissen liggen vaak midden op het pad te zonnen, maar zodra men nadert schieten ze razendsnel weg om op enige meters afstand doodstil te wachten tot de kust weer vrij is.

Na ongeveer 20 minuten komen we wederom bij een driesprong waar een bord ons toont dat rechtsaf het pad naar Puerto Rico Alto voert, maar wij gaan linksaf terug via Puerto Rico Bajo naar het beginpunt van onze wandeling. Dit is een schaduwrijk gedeelte met vele bochten en af en toe sterk dalend. Het pad is ook weer zeer rotsachtig, dus kijk goed uit waar u de voeten neerzet, want hier vallen kan tot ernstig letsel leiden.

Uiteindelijk bereiken we een met steenslag bedekt breed pad dat na een paar honderd meter de sporen van asfaltering vertoont en ons rechtstreeks leidt naar de plek waar we de auto geparkeerd hebben.

Berry J. Prinsen