El veranito: Chiringuitos aan de kust

19 Augustus 2019

el-veranito-chiringuitos-aan-de-kust-1

Augustus, dé vakantiemaand in Spanje. De Costa’s stromen vol, de chiringuitos verspreiden heerlijke etensgeuren en een ontspannende strandsfeer. Maar waar komt die grappige naam ‘chiringuito’ eigenlijk vandaan? En wat is het verhaal achter de geliefde Spaanse Costa’s?

‘El Chiringuito’ is een echt zomers icoon aan de Spaanse Costa’s. Er zijn ook verschillende liedjes over gemaakt. Deze typisch Spaanse strandbar dateert uit het begin van de vorige eeuw, toen de eerste in 1931 openging langs de Paseo Ribera in de befaamde badplaats Sitges, ten zuiden van Barcelona.

De bar kreeg oorspronkelijk de naam ‘El Kiosket’, maar dat veranderde in 1949 in ‘Chiringuito’ op aanraden van César González Ruano, journalist van de Catalaanse krant La Vanguardia. Hij reisde immers vaak naar Cuba, waar bepaalde koffiebarretjes precies die naam kregen. ‘Chiringuito’ verwees naar het scheutje kokend water dat men in deze bars door een kous in de koffie schonk. Zo filterde men de koffie. César vond het een uitstekende naam voor de bar waar hij dagelijks koffie dronk, maar uiteindelijk werd het de naam van iedere strandbar in Spanje.

el-veranito-chiringuitos-aan-de-kust-2

Tegenwoordig zijn deze strandtenten gekend als eenvoudige constructies op het zand, met slechts een keukentje, een bar en een - soms overdekt - terras, waar je in badkostuum kunt genieten van een snelle hap of een verfrissend drankje. Je vindt ze in de zomer wel elke paar honderd meter aan de populaire Spaanse Costa`s.

De meest eenvoudige chiringuitos beschikken slechts over een overdekte bar met een koelkast, een bakplaat voor de vis en een gaspit voor rijstgerechten als paella. Voor bars in Spanje in het algemeen geldt eigenlijk nog vaak: hoe eenvoudiger, hoe Spaanser, en hoe beter de prijs-kwaliteit verhouding. Het lokale bezoekersaantal is hiervoor een goede barometer. De moderne variant van de chiringuito die uit Noord-Europa is overgewaaid en meer als een loungebar op het strand oogt, is veelal duurder.

De chiringuitos zijn één van de vele troeven van de Spaanse Costa´s die populair zijn bij zowel lokale bewoners als toeristen. Het buitenlandse toerisme in Spanje begon dan ook in de eerste plaats aan de kusten en het leeuwendeel van de toeristen komt nog steeds hoofdzakelijk af op de roep van zon, zee en strand. Verschillende Spaanse streken bieden immers meer dan 300 dagen zon per jaar, met over het algemeen droge, warme zomers. Het strandtoerisme in Spanje werd gepromoot vanaf de jaren zestig waardoor ook veel gebouwd werd langs de kust - vooral aan de Costa del Sol en de Costa de Valencia, met bekende voorbeelden als Marbella, Torremolinos en Benidorm.

Benidorm was in feite de plek waar het ‘massatoerisme’ aan de Spaanse kust begon. Pedro Zaragoza Orts (1922-2008) werd in 1950 burgemeester van het toen nog onbeduidend visserdorpje. In die tijd ontdekten Noord-Europese pioniers en hippies Spanje als zonnig vakantieparadijs.

In 1953 reed Pedro in zijn eentje op een Vespa naar Madrid om daar persoonlijk aan dictator Francisco Franco toestemming te vragen voor bikini’s op de stranden van Benidorm. Hij besloot daarna vooral in de hoogte te laten bouwen, ook om plaats te ruimen voor brede boulevards. Zo ontstond ‘Beni-York’ of het ‘Spaanse Manhattan’, dat ondanks een bevolking van ongeveer 70.000 mensen wel een half miljoen vakantiegangers en overwinteraars accommodatie kan bieden. De stad werd bovendien een soort bakermat van het ‘pakket toerisme’ en het toerisme werd al gauw essentieel voor de Spaanse economie.

Nog populaire Costa’s zijn bijvoorbeeld de Costa Blanca en de Costa Brava. De laatste jaren neemt de aandacht ook wel toe voor Spaanse kustgebieden die niet aan de Middellandse Zee liggen, en groeit het culturele toerisme, ook in bijvoorbeeld centraal en noordelijk Spanje. De ‘Spaanse Costa’ blijft echter een befaamd fenomeen en toeristisch icoon voor Spanje als vakantieland.

Emmie Declerck