Hola, qué tal? Bien?
13 April 2020Muy bien, gracias, y tu?
Degenen die al wat langer de Costa kennen, weten wel dat je met een paar woorden Spaans een lach op het gezicht van de bewoners kunt toveren. Het Engels is erg lastig voor ze. Maar instanties verwant met het toerisme benadrukken steeds meer het belang om het toch te gaan leren.
Je merkt dan ook dat hun woordenschat groeit, ook al is er vaak nog een behoorlijke mate van verlegenheid als ze het doen. Zodra ze merken dat wij -met onze lengte alleen al duidelijke Noord-Europeanen- de bestelling graag in het Spaans zeggen, wordt de gereserveerde, soms bedeesde houding wat meer ontspannen. Het lijkt wel of hun rug recht trekt of zo.
Is ook moeilijk natuurlijk. Het is Spanje. Wij komen hier en dan kunnen we ons toch een beetje aanpassen, zou je zeggen. Nog niet zo lang geleden was het nog de vraag of het Engels of het Spaans de overhand in de wereld zou krijgen. Ondanks de Brexit verloor Spanje. Britten die hier aan de Costa zitten, hoor je vaak alleen maar Engels praten tegen Spaans personeel. Ze zijn het niet zo gewend als wij van de kleine landen om iemand in de taal wat tegemoet te treden. Net als links lopen.
Ik vond dat zo opvallend en raar dat ik het ze wel zou leren. Op het trottoir dwong ik ze dan om naar de andere kant te gaan. Als ik ze aan zag komen, bleef ik rechts lopen met de blik op oneindig, net doen of ik ze niet zag tot ze moesten uitwijken voor me, een botsing voorkomend, en naar de goede kant gingen, waar ze hoorden in Spanje. Maar het gebeurde ook dat ik bij zo’n confrontatie steeds meer naar rechts moest, zowat tegen de muur aan liep, en dat die ander nog verder naar links liep waar geen enkele ruimte meer was. Wat bleek? Moest ‘ie de hoek om! Dan was ik dus de rare.
Door de groei van het toerisme en het belang ervan, neemt de Engelse woordenschat bij Spanjaarden toe. Ze moeten wel. Dat neemt niet weg dat wij het Spaans prachtig vinden. Retteketet retteketet en snel! Als Groningers hebben wij ook de heel hard rollende R. Lijkt een voordeel, maar het nadeel is dat als ik een kort regeltje heb ingestudeerd en uitspreek, dan klinkt het door die volle ronde R zodanig goed dat ik vaak direct een uitgebreide retteketet-reactie terugkrijg waar ik geen touw aan vast kan knopen. Een genant no comprendo volgt... met een dikke vette R, dat wel. Ik geef dus een valse illusie, maar het klinkt zo lekker.
Mijn man pikt de taal sneller op. Daarom word ik ook niet beter want ik ga me fijn achter hem verschuilen. Ik vertel hem dan wat hij moet zeggen. Lang niet altijd kom ik daarmee weg hoor. Dan zegt ‘ie: Zeg het zelf. Dat is inderdaad veel beter voor me. En dan doe ik het, met hele dikke fouten. Dat is behalve nogal gênant toch ook erg grappig.
Zoals ik bij een gesprekje tussen mijn man en de ober betrokken werd. De laatste vroeg aan mij of ik mijn man gemist had toen hij een paar dagen in Nederland was geweest. Ik antwoordde in het Spaans: Ja, ik hou van jou.
Ik was in zo’n Chinese bazaar op zoek naar zeep, vond het niet en vroeg de medewerker: Dónde está (waar is) sopa? Hij haalde z’n schouders op. Niet ongewoon. Maar hij moest het wel hebben volgens mij. Ik deed alsof ik m’n handen waste. Zeep dus. Nogmaals vroeg ik Tiene usted (heeft u) sopa? Donde? (waar?). Bij hem ging eerder het licht branden dan bij mij. Hij zei: Oh, jabon ! Oeps, toen begreep ik het. Ik vroeg alsmaar naar soep.
Altijd leuk om te blijven proberen. En mijn meelevendheid is kennelijk groter dan mijn angst voor een volledige afgang. Want in de supermarkt waar we regelmatig komen, is het erg rustig. Dan wil ik graag meevoelend zijn en zeg tegen de kassamedewerkster dat het nogal tranquilo is, he? Dat is natuurlijk nogal suf als er dan een retteketet-antwoord komt waar ik geen raad mee weet. Versta er geen woord van.
Dom, naïef, lef ? Vooral leuk en heel lollig achteraf. Soms wat lastiger. Zoals ik in de winkel een goed passend dekseltje zocht voor een pannetje. Er hingen talloze maten en ik had thuis de pan slechts met de lengte van mijn hand gemeten. Dus ik steeds met mijn hand op elk dekseltje. Lastig.
Een oudere meneer stond bij dezelfde deksels net zo lang als ik. Hij kwam er kennelijk ook niet uit. Ik liep met eentje weg maar halverwege de winkel bedacht ik me, liep terug en daar stond nog steeds dezelfde meneer alle deksels te beoordelen. Ach, gut. Hij zag me weer en begon te praten, te wijzen naar deksels, praten, wijzen, en te praten. Hij ging maar door. Ik wist wel dat hij ergens mee zat maar snapte er niets van. Ik had direct aan het begin moeten zeggen No comprendo (Ik begrijp het niet). Maar ik was te laat. Vond het te sneu om het alsnog te zeggen. Hij had al zoveel verteld. Nou ja, het werd er niet beter op zullen we maar zeggen toen ik net deed alsof ik hem verstond en alleen maar kon herhalen met Dificil no? (moeilijk hè).
Als ik net doe alsof oftewel te laat ben met excuus... dan kan het voorkomen dat bij een wederzijdse groet op straat Hola, qué tal? (hallo, hoe gaat het?) Bien! (goed) Y usted? (en met u?) de ander mij vertelt over mankementen of problemen thuis, waarop ik antwoord: Heel goed, mooi. Fijne dag !
Geen idee of het al eens gebeurd is maar realistisch en riskant is het wel.