Kind in de bijstand: een ‘bijstandproof’ testament

15 Oktober 2019

kind-in-de-bijstand-een-bijstandproof-testament-1Als een kind bijstandsgerechtigd is, bestaat het risico dat zijn bijstandsuitkering wordt verlaagd dan wel beëindigd als hij iets erft, waarmee die erfenis vervolgens dus wordt opgeslokt. Ouders die een kind hebben dat hier (mogelijk) mee te maken gaat krijgen willen een ‘bijstandproof’ testament, waarmee dit risico zoveel mogelijk kan worden voorkomen.

Zelfs als het kind minder dan 20 jaar geleden een bijstandsuitkering ontving, behoudt de gemeente (de bijstandsuitkerende instantie) voor het uitgekeerde bedrag een vordering op dit kind, en blijft het beschikken over een dergelijk testament actueel.


Erfrechtelijke verkrijging en bijstand

Iemand die een bijstandsuitkering ontvangt mag iets meer dan € 6.000,- eigen vermogen hebben. Als het gaat om een alleenstaande ouder dan is dit ruim € 12.000,-. Door een erfenis kan het vermogen van de bijstandsgerechtigde boven de vermogensgrens uitkomen. Als de ouder van een bijstandsgerechtigd kind overlijdt, moet dit kind dit onmiddellijk melden bij de gemeente.


Bijstandskrediet

Als één van de ouders overlijdt is het vaak zo dat het kind pas bij het overlijden van de langstlevende ouder de beschikking krijgt over zijn erfenis. Hoe precies en onder welke voorwaarden is afhankelijk van het type langstlevende testament dat de eerst overleden ouder heeft gemaakt. De gemeente kan dan tijdens die overbruggingsperiode de bijstandsuitkering in de vorm van een lening verstrekken, omdat het kind anders niet in zijn onderhoud kan voorzien. Die lening wordt afgelost zodra de erfenis feitelijk aan het kind ter beschikking komt.


Verbod onnodig beroep op bijstand

Als een bijstandsgerechtigd kind op grond van de wet recht heeft op gehele of gedeeltelijke uitkering van zijn erfenis dan is hij verplicht dit op te eisen. Als hij dat niet doet kan hij gestraft worden. Denk daarbij aan verlaging van de uitkering, of het omzetten van de reeds uitgekeerde bijstand in een lening zoals hiervoor bedoeld.


Bijstandproof testament

Een ‘bijstandproof’ testament houdt in grote lijnen in dat ervoor wordt gezorgd dat de erfenis buiten de beschikking van het kind wordt gehouden. Met andere woorden: het kind moet de erfenis juridisch gezien niet kunnen opeisen en de gemeente moet geen vordering op het kind kunnen krijgen. Als dit zo is, wordt de erfenis niet in aanmerking genomen voor de vermogensgrens. Een regulier langstlevende testament of een vruchtgebruiktestament, op grond waarvan het kind zijn erfenis niet kan opeisen zolang de andere ouder leeft, is dus niet ‘bijstandproof’.

Een van de instrumenten om een testament ‘bijstandproof’ te maken is door in het testament onder andere te bepalen dat de erfenis van het bijstandsgerechtigde kind onder het beheer van een ‘bewindvoerder’ valt. Schulden van dit kind kunnen dan in beginsel niet worden verhaald op zijn erfenis. Een dergelijk ‘bewind’ volstaat echter niet. Het voert te ver om in dit artikel te beschrijven welke aanvullende maatregelen nog nodig zijn, maar blijkens een recente uitspraak van een van de hoogste Nederlandse bestuursrechters bleek weer eens de noodzaak hiervan.


Casus

(Centrale Raad van Beroep 06-08-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2607)

Het kind ontving sinds 2003 bijstand. In 1990 heeft het kind van haar vader geërfd. Dit erfdeel omvat de helft van een woning, waarvan de moeder het testamentair vruchtgebruik heeft. De moeder overlijdt in 2015, waardoor haar vruchtgebruik ten einde kwam en het huis kon worden verkocht. De uitkeringsinstantie vordert dan bijstand terug over de periode van 2003 tot het overlijden van de moeder in 2015. Volgens de rechter is de terugvordering terecht op grond van de wet.

Aan de desbetreffende wettelijke bepaling ligt de gedachte ten grondslag dat bijstand, die niet zou zijn verleend indien de betrokkene al op een eerder tijdstip over naderhand beschikbaar gekomen middelen had kunnen beschikken, kan worden teruggevorderd. Ook als sprake is van een vruchtgebruik voor de langstlevende ouder ontstaat de aanspraak van het kind op het moment dat de eerste van de ouders overlijdt, zij het dat die aanspraak pas geëffectueerd kan worden op het moment dat de langstlevende ouder overlijdt (omdat het recht van vruchtgebruik daardoor eindigt). Daaruit volgt dat de bijstand pas kan worden teruggevorderd nadat beide ouders zijn overleden en het kind feitelijk de beschikking heeft gekregen over zijn deel van de nalatenschap.


Vruchtgebruik

Wij vonden deze uitspraak relevant voor onze lezers in Spanje mede omdat in veel testamenten die zijn gemaakt met het oog op het bezit in Spanje is opgenomen dat de langstlevende ouder het vruchtgebruik krijgt van de Spaanse woning en de kinderen de blote eigendom daarvan.

De achterliggende gedachte hierbij is dat daardoor (1) de waarde van de Spaanse woning toekomt aan de langstlevende echtgenoot én de kinderen, in plaats van slechts aan de langstlevende echtgenoot, zodat daarmee ook de Spaanse erfbelastingvrijstellingen van de kinderen kan worden benut én (2) de langstlevende echtgenoot als vruchtgebruiker de feitelijke beschikking houdt over de Spaanse woning. Het hebben van een kind dat bijstandsgerechtigd is of in de toekomst zou kunnen worden is dus ook een serieus aandachtspunt bij het laten opstellen van een goed ‘Spanje-testament’.

Judy Tromp & Renato Zanardi