Oostende en Estepona:
wat hebben ze gemeen en waarin verschillen ze van elkaar?
9 Januari 2018Hun geschiedenis
Beiden steden hebben het woord Oost – Este gemeen wat duidt op hun geografische ligging t.o.v. een referentiepunt.
Oostende lag bij aanvang aan de oostelijke punt van een zandbank waarop in het midden de gemeente Middelkerke en in het westen de gemeente Westende ontstonden. De vruchtbare polders in het hinterland zorgden voor graan en diverse gewassen. De weiden brachten een grote veestapel tot stand. Een belangrijke voedingsbron was de visvangst.
Pas gesticht eind 9’de eeuw n.C., kreeg de streek eerst bezoek van de Vikingen. Vervolgens kwamen de Spanjaarden (eizer Karel werd in Gent geboren), de Oostenrijkers en de Fransen om dan medio 16’de eeuw deel uit te maken van de Verenigde Provinciën, die later deels Nederland zouden vormen. Hieraan kwam in 1604 een einde na een vier jaar durende belegering door de Spanjaarden. Oostende was het laatste bastion van Vlaanderen dat weerstand had geboden mede dank zij de Zeeuwen en de Engelsen. Van dan af gaat het snel bergafwaarts met de stad en verword tot een armzalig vissersdorp. Dit zal zo blijven tot aanvang 20’ste eeuw als Leopold II, koning der Belgen, van de stad een kuuroord en toeristische trekpleister maakt.
Estepona ligt oostelijk van een merkwaardige berg: Los Reales. Vroeger had hij andere namen. De meningen over de naamgeving zijn sterk verschillend afhankelijk van welke bron je raadpleegt. Ten tijde van de Feniciërs noemde de stad Astapa. De Romeinen gaven haar de naam Este - Epona, genoemd naar Epona, hun godin van de paarden, de ezels en de vruchtbaarheid. De Moren pasten de naam aan hun taal aan en de stad werd Astabbuna genoemd. Het hele gebied van Estepona is zeer vruchtbaar en wordt daarom vandaag el jardin del Costa del Sol genoemd. Nochtans was ook hier de visvangst de voornaamste bron van inkomen.
Estepona werd ongeveer 3000 jaar geleden door de Feniciërs en de Carthagers op de kaart gezet. De Grieken zouden van ca. 400 tot 200 v.C. de stad regelmatig bezoeken. Begin 200 v.C. rukten de Romeinen het Iberisch schiereiland binnen. Ze zullen tot ca. 400 n.C. hun stempel op de cultuur en eigenheid van de bevolking drukken. Nadat de Visigoten Rome in de as hadden gelegd kwamen zij in Andalusië tot rust. Ze bestendigden de Romeinse tradities. In 711 bezetten de Moren het gebied en bleven in Estepona tot 1456 wat ook een grote invloed op de mentaliteit van de bevolking zal hebben. De stad kreeg in deze periode wel diverse zeeslagen voor haar deur te verwerken doch ze hield stand. Toen de Spaanse kroon het voor het zeggen had kwam ook zij, zoals Oostende, in de vergeethoek terecht. Enrique IV van Castilla maakte de stad zelfstandig, los van Marbella waar ze eerst deel van uitmaakte. Ze kreeg haar oude naam Estepona terug.
Het zou tot de jaren tachtig van de 20’ste eeuw duren alvorens Estepona terug in aanzien kwam, dankbaar gebruik makend van de glorie van het naburige Marbella dat door de toeristen en de rijken der aarde werd bezocht.
Vandaag
Oostende heeft een oppervlakte van ca. 37 vierkante km met een kustlijn van 7 km. Landinwaarts strekt het grondgebied zich zo’n 6 km uit. Met een bevolking van ongeveer 70.000 zielen is ze de grootste urbanisatie van de Belgische kust. In het oude stadsgedeelte lopen de straten haaks op elkaar en vormen een dambord. Van de oude vestingen is nog weinig te zien. Oostende valt vooral op door haar kerk Petrus Paulus die meer de allure van een kathedraal heeft. Daarnaast ontsiert het Europa center, een flatgebouw van 32 verdiepingen, het straatbeeld. Recentelijk werd de bestrating in grote delen van de stad heraangelegd en werden de pleinen van fonteinen en bomen voorzien. Cultuur is alom tegenwoordig en jaarlijks is er een wedstrijd voor kunstenaars om kale gevels met ludieke en moderne kunst te beschilderen.
De oppervlakte van Estepona bedraagt 137 vierkante kilometer met een kustlijn van 21 km. Ook hier is de breedte van de stad ca. 6 km, een opvallende gelijkenis met Oostende. De bevolking van Estepona bedraagt insgelijks 70.000 inwoners. De straten van het oude stadsgedeelte zijn mooi opgesmukt met gekleurde bloempotten aan de muren, eenzelfde kleur per straat. Ook hier is het dambord patroon aanwezig wat het kuieren aangenaam en de oriëntering eenvoudig maken. Overal zijn de gevels met kunst beschilderd. De hoofdkerk, Nuestro Senora de Los Remedios, torent hoog op de heuvel en domineerd de stad. Ook hier is cultuur alom aanwezig.