Oud worden
28 December 2018December is de maand van de feestjes met kerst en nieuwjaar. De familie gaardt samen en voor de kinderen en kleinkinderen liggen de cadeautjes onder de kerstboom. Opa en oma zitten het allemaal met vreemde ogen aan te zien. Het gaat er allemaal niet meer zo goed in.
Ook zo laatst. De kleinzoon brengt hen met de wagen naar de supermarkt, de Mercadona. Opa, niet goed meer ter been, blijft in de auto zitten. Hij staart een beetje rond in het halfduister van de ondergrondse garage. Hij ziet mensen komen en gaan, eerst met lege daarna met volgeladen karren terugkeren. Hij denkt bij zichzelf: Ik hoop dat moeder niet overdrijft, wij hebben dat allemaal niet meer nodig.
Bijna een uurtje later komen oma en de kleinzoon in extase aangelopen. Zij zegt, het portier open zwaaiend: “Manneke, ze hebben me bestolen! Mijn beurs is weg!” Opa staart haar verwezen aan, haar handtas op zijn schoot. Zo zat hij er al de hele tijd bij. Hij rommelt wat in de tas en zegt een beetje later: “De portemonnee zit er niet in.”
Even later zegt hij: “En nu krijg ik vanavond nog niets te eten want ge hebt niks mee.” Antwoordt zij: “Natuurlijk niet, ik kon niet betalen, de kar staat nog aan de kassa boven.” Waarop hij antwoordt: “Ook slim, straks stelen ze alles zonder te betalen.” Hij heeft het niet meer en denkt bij zichzelf: dat mens hé, dat maakt mij nog zot.
De kleinzoon heeft ondertussen geld uit zijn wagen genomen en stormt de trap op. Plots ziet hij de beurs van oma op een trede liggen. Hij inspecteert het geval en... Oef, hij stelt vast dat alle papieren nog aanwezig zijn. De 100 € is echter foetsie, weg.
Aan de kassa rekent de kleinzoon de gekochte goederen af en gaat met de kar in de lift naar de garage. Bij de auto aangekomen stelt hij vast dat oma naast opa is gaan zitten. Beiden zijn in een verwoed gesprek gewikkeld. Bij het openen van de koffer om de inkopen op te slaan hoort hij hun gesprek. De verwijten zijn niet uit de lucht: “En jij, jij laat je zomaar bestelen, en jij zit hier in de auto en ge ziet niks, wie waren die kerels?”
Zo gaat het maar door. Het ene verwijt na het andere slingeren ze over en weer.
De kleinzoon kruipt achter het stuur met de melding: “En is dat nu gedaan met jullie? Wees blij dat de papieren er nog zijn.” Opa murmelt nog een beetje tussen zijn tanden: “Papieren? Niks van, morgen ben ik toch dood.” Waarop oma hem van repliek dient: “Durf niet, goed dat we onze kleinzoon hebben.”
En hoe in dezer dagen een bezoekje aan de supermarkt kan verkeren.
Prettige feestdagen aan eenieder en pas goed op bij het boodschappen doen.