Partido Popular en Ciudadanos hebben elkaars steun nodig
25 Januari 2019Politiek Palaver 04
De Spaanse regering heeft er moeite mee om 11000 minderjarige illegalen, ‘migrantes’ zoals ze die hier nog noemen, over het gehele land te verspreiden. De opvangcentra barsten bijkans uit hun voegen met alle kwalijke gevolgen van dien. Het schijnt ook moeilijk te zijn om de leeftijd van deze minderjarigen vast te stellen, iets wat in andere Europese landen reeds bekend was.
In verband met de naderende algemene verkiezingen verkeren Partido Popular en Ciudadanos nog steeds in onzekerheid over de mate waarin ze vriendjes willen worden. Ze zien zichzelf als enige optie voor het centrumrechts denkende gedeelte van de Spaanse bevolking, maar hebben elkaars steun nodig als ze niet afhankelijk willen zijn van een hele rits kleine linkse partijtjes. Dankzij een groeiende aanhang mag de uiterst rechtse partij Vox zich nu ook verheugen in een toenemende belangstelling van de Spaanse pers. Vox president Santiago Atascal kreeg 0,2% van de stemmen bij de laatste verkiezingen in 2016. Dat was niet genoeg voor een zetel, maar men hoopt aanzienlijk meer stemmen te krijgen als in mei de nieuwe verkiezingen plaatsvinden.
Een van de meest in het oog lopende politici van het trosje dat momenteel op staatskosten in een gesloten ruimte verblijft, is Rodrigo Rato, ooit een vooraanstaand lid van de PP en gevierd als het financiële genie van Spanje. Ex-vicepresident van Spanje en ex-president van het Internationaal Monetair Fonds, voorwaar geen kleine jongen dus ondanks zijn geringe lengte. ‘Wie in het veen zit, kijkt niet op een turfje’ moet Rodrigo gedacht hebben als het ging om het betalen met kredietkaarten van Bankia. Ook bevriende medewerkers kregen zo’n kaart, zodat Bankia voor ettelijke miljoenen benadeeld werd. Rodrigo zit nu sinds 25 oktober in een Madrileense gevangenis. Het zich onrechtmatig toe-eigenen van gelden heeft hij niet van een vreemde, want zijn vader deed dit ook al tijdens het Franco-bewind.
Wat Catalonië betreft spreekt de huidige president Quim Torra af en toe zeer ferme taal. Quim, een afkorting van de naam Joaquin, wat ‘door God gegeven’ betekent – maar dat terzijde – zegt dat Catalonië geen koning heeft en beroept zich op het illegale referendum van 1 oktober 2017. Hij heeft echter geen meerderheid meer, waardoor de onafhankelijkheidsbeweging gedeeltelijk vleugellam is geworden. Volgens Artikel 155 van de Spaanse grondwet kan de regering ingrijpen als een autonoom gebied zich niet aan de regels houdt of activiteiten ontplooit die tegen het belang van de staat indruisen.
Over wat nu uiteindelijk het belang van de staat is, schijnen de meningen nogal verdeeld te zijn. Politici zitten er natuurlijk om de nodige reuring te veroorzaken en dat gebeurt dan ook nog steeds met alle kwalijke gevolgen van dien. De huidige regering zit er flink mee in de maag, maar pakt een en ander uiterst voorzichtig aan om vervroegde verkiezingen te voorkomen.
Dan hebben we ook nog Manuel Valls, een behendig politicus die het in 2014 tot premier van Frankrijk schopte. Hij werd op 17-jarige leeftijd reeds lid van de Parti Socialiste in Frankrijk, maar de nieuwe premier Macron wil geen gebruik meer maken van zijn diensten. Hij is nu door de leider van Ciudadanos, Albert Rivera, gevraagd zich kandidaat te stellen voor de burgemeesterspost in Barcelona. Dat kan, want Manuel is daar geboren en zijn woorden ‘Ik wil de burgemeester van iedereen worden’ geven reeds blijk van grote oratorische kwaliteiten. Hij zal waarschijnlijk de steun krijgen van de grootste oppositiepartijen en moet het dan opnemen tegen de huidige burgemeester Ada Colau. Ada heeft een enigszins moeilijk karakter en een zeer persoonlijke opvatting over het ambt van burgemeester. Ze is van linkse signatuur en mensen met rechtse opvattingen worden door haar veelal fascisten genoemd.