Politiek in Spanje
1 Oktober 2018Politiek Palaver 01
Na de dood van Franco (1975) werd Spanje weer een parlementaire democratie, met aan het hoofd de toenmalige koning Juan Carlos. Deze was reeds door de dictator klaargestoomd voor het vak en onlangs alle bezwaren en twijfels die men destijds had, ontpopte Juan Carlos zich tot een ware democraat.
Er ontstonden al gauw twee politieke machtsblokken, te weten de AP (Alianza Popular) op rechts en de PSOE (Partida Socialista Obrero Español) op links, met daartussen allerlei kleine partijtjes. De AP transformeerde zich later tot de PP (Partido Popular) en is het grootste machtsblok aan de rechterzijde van de politieke arena terwijl de PSOE deze functie nog steeds aan de linkerzijde vervult.
Het Spaanse parlement bestaat sinds 1834 uit twee Kamers die elk voor een periode van vier jaar gekozen worden, het Congreso de los Diputados (het Congres van Afgevaardigden) oftewel de Tweede Kamer met 350 zetels en El Senado (de Senaat), de Eerste Kamer met momenteel 264 leden (afhankelijk van het aantal inwoners per vertegenwoordigd gebied). De Senaat heeft, net als bij ons, een controlerende en adviserende taak.
Het begin was moeizaam, getuige de enigszins komische staatsgreep van kolonel Tejero in 1981. Dit was tijdens de regering van Adolfo Suárez van de UCD (een voorloper van de huidige PP), de eerste democratisch gekozen premier na het Franco bewind. Hij werd opgevolgd door Calvo Sotelo, ook van de UCD. Daarna behaalde de PSOE voor het eerst de absolute meerderheid en bleef, onder leiding van Felipe González, dertien jaar op het regeringspluche zitten.
In 1996 was Aznar aan de beurt voor de PP, waarna Zapatero het overnam van de PSOE in 2004. Na de PSOE was de PP weer aan de beurt met Rajoy die in 2011 plaatsnam in La Moncloa, de officiële residentie van de Spaanse president.
De huidige regering van de PSOE, bestaande uit 6 ministros en 11 ministras (zoals dat hier te lande tegenwoordig politiek correct benoemd wordt) werd door koning Felipe op 7 juni van dit jaar geïnstalleerd. Dit was het gevolg van een motie van wantrouwen, ingediend door de tegenwoordige premier Pedro Sánchez. De aanleiding hiervoor waren de grootscheepse omkoopschandalen waar overigens zowel in de gelederen van de PP als de PSOE verschillende mensen van verdacht worden, om het maar eens voorzichtig uit te drukken.
Afijn, Sánchez is tegenwoordig de trotse bewoner van La Moncloa en in theorie zou hij daar kunnen blijven tot 19 juni 2020 (het einde van de huidige regeerperiode) of vroegtijdige verkiezingen uitschrijven. Een moeilijke beslissing als je aan het hoofd staat van een minderheidsregering, aangezien de PSOE slechts 84 afgevaardigden heeft in het Congres van Afgevaardigden.
Frank Zappa was van mening dat politiek de afdeling amusement van de industrie is en niet alleen in de Lage Landen kan het politieke toneel zeer vermakelijk zijn. Het is dan ook de bedoeling van Kosta om na deze serieuze inleiding iedere maand een korte, luchtige beschouwing te geven over de laatste gebeurtenissen op het Spaanse politieke podium.