Spaanse drankjes en attributen voor een feestelijke zomer

29 Juli 2019

spaanse-drankjes-zomer-1Een verfrissend drankje is altijd welkom in de zomer. In Spanje zie je dan wellicht de volgende drankjes en bijbehorende attributen opduiken. Of je kunt ze zelf maken of gebruiken.


Sangria

Sangria is bekend als het ultieme Spaanse zomerdrankje. Maar wist je dat het Spaanse woord ‘sangría’ ooit naar de kleur van bloed (sangre) verwees? Zoals een ‘bloody mary’. ‘Sangría’ verwees vroeger echter naar een aderlating of bloedverlies. Een uitdrukking die vandaag nog voorkomt, is “Eso es una sangría” (“Dat is een rib uit je lijf”).

Sangria is nu vooral bekend als een rode drank, al zijn er ook versies op basis van witte wijn, cava en zelfs cider. Laat je echter niets wijsmaken: een tinto de verano is niet hetzelfde, want niet meer dan rode wijn, ijsblokjes en gaseosa (priklimonade). Het is populair in Spanje als goedkoop, verfrissend aperitief, of als inbegrepen drankje in het menú del día.

Een echt recept van sangria bevat wijn, vruchtensap, soda water, vers fruit, suiker of honing en eventueel sterke drank en kruiden als kaneel. Een kwaliteitsvolle wijn is bovendien aan te raden. Geen dure wijn natuurlijk, maar wel zoiets als een degelijke Spaanse Rioja. Voor optimale fruitsmaak kun je de sangria een nachtje laten trekken; daarna giet je ze in een karaf met ijsblokjes en een houten lepel om de verse stukjes fruit eruit te vissen. Lekker zoet en fris

De internationale erkenning van sangria begon trouwens in New York, op de Wereldbeurs in 1964. Bezoekers kregen er een glas sangria geserveerd en waren meteen verkocht. Zo veroverde de fruitige cocktail Amerika en al snel de rest van de wereld.


Agua de Valencia

Op zwoele zomeravonden is dit een veelgevraagd drankje op de terrasjes in de gelijknamige stad. Achter deze mix van vruchtensap en sterke drank zit trouwens een leuk verhaal. Dat gaat terug naar 1959, toen Constante Gil het voor het eerst maakte in Café Madrid in Valencia - althans volgens María Ángeles Arazo in haar boek ‘Valencia Noche’. Destijds vroeg een groep Baskische reizigers in Valencia telkens om ‘Agua de Bilbao’, waarmee ze bij wijze van grap de beste schuimwijn van het huis bedoelden. Toen de reizigers echter zin kregen in iets anders, stelde Constante Gil, de eigenaar, gekscherend ‘Agua de Valencia’ voor. Hij moest dus opeens een cocktail improviseren. Met succes, gelukkig, en de reizigers vroegen bij elk bezoek weer naar zijn originele creatie. In de jaren ’70 won het recept stilaan bekendheid in het Valenciaanse nachtleven. Tegenwoordig is het heel populair en kun je Agua de Valencia in flessen kopen, maar je kunt het ook gewoon zelf bereiden! Daartoe meng je in een karaf 1/4 liter vers sinaasappelsap; 4 lepels suiker; Spaanse cava (of champagne); 100 ml wodka; 100 ml gin; ijsblokjes en eventueel sinaasappelschijfjes. Nog eens goed roeren, in de ijskast zetten, en presenteren met ijsblokjes. Na nog eens kort roeren, serveren in mooie champagneglazen of cocktailglazen, en de rand versieren met een schijfje sinaasappel. Heerlijk!


Bota

Misschien zag je deze wijnzakken al opduiken tijdens een Spaans zomerfeest, maar de ‘bota’ of leren wijnzak, meestal gemaakt van geitenhuid, was oorspronkelijk bedoeld voor Spaanse boeren en herders. Leder houdt de wijn immers lekker koel. Deze met de hand gestikte, druppel - of traanvormige zak was al in gebruik nog voor de houten wijnvaten. Cervantes beschreef zelfs hoe Don Quijote met zijn zwaard een hele reeks ‘pellejos’ doorkliefde - de voorloper van de bota. Alleen de vorm was anders; Spaanse families gebruikten ze om wijn in te bewaren.

Je leert het beste eruit te drinken zonder het mondstuk aan te raken. Zo deel je de wijnzak makkelijk in een groep. Het is een kwestie van gieten en mikken… Oefenen maar!


Porrón

Naast de bota is er nog de ‘porrón’, een soort kruik van glas of klei met een lange nek, afgesloten met kurk: om wijn uit te drinken op dezelfde manier, vanaf afstand via een lange tuit aan de onderkant. Dit idee kwam wel degelijk van de bota. Op tafels in Spaanse restaurants zie je nog vooral kleine ‘porrones’, gewoonlijk gevuld met olijfolie. Of misschien staat die deze zomer bij jou wel op tafel?

Emmie Declerck