Spanje is anders ...
6 Augustus 2018In mijn column in het vorige nummer beschreef ik kort mijn bezoek aan Catalonië en mijn afscheidsgroet in drie talen aan de taxichauffeur die me naar mijn verblijfplaats bracht. Het duurde namelijk even na mijn landing in Barcelona voor ik besefte dat Catalaans er de voertaal was. Zelf woon ik in Baskenland, waar ze naast Spaans ook Baskisch of ‘euskera’ spreken.
Spanje is een iconisch land dat veel buitenlanders spontaan associëren met flamenco, paella en andere typische emblemen, maar je hoeft het land maar een beetje rond te reizen om te beseffen dat de realiteit niet overal hetzelfde is. Het is altijd weer interessant om Spanjaarden uit verschillende regio’s van het land te ontmoeten, omdat ze telkens weer hun eigen woordgebruik, tradities of karakteristieken hebben.
Zo heb ik vrienden of kennissen gehad uit gebieden als Baskenland, Catalonië, Galicië, Madrid, Valencia en Andalusië. Nog interessanter wordt het als je ook een tijdje woont of verblijft in hun streek.
Soms blijken de stereotypes dan grappig genoeg te kloppen. Zo leerde ik van mijn Andalusische flatgenote destijds dat boter in de keuken echt not done is (haar ouders hadden, uiteraard, een olijfboomgaard), en verrassende uitdrukkingen als ‘me da mucho coraje’ en ‘un machote’. Vooral de machote is me bijgebleven, omdat ze er altijd zo heerlijk gebaren bij maakte en haar donkere ogen dan leken te ontvlammen van pure passie.
Haar vriend, die af en toe een weekend kwam logeren, leek inderdaad een echte Andalusische machote te zijn. Kort van gestalte maar breedgeschouderd, en, uiteraard, lid van een cofradía in Sevilla, het broederschap dat jaarlijks deelneemt aan de Semana Santa-processie en daarbij het zware beeld van de virgen of een andere katholieke figuur torst.
Daartegenover staat dan bijvoorbeeld het Baskenland. Het is echt wel een streek met een heel eigen karakter. De taal alleen al is er zó uniek en zó oud dat men nog steeds niet zeker weet waar ze precies vandaan komt. Er bestaan sporten die alleen de Basken nog lijken te beoefenen, zoals pelota (met je blote hand een bal tegen de muur slaan) of een stevige competitie stenen heffen.
De mannen hier zijn - als je de stereotypes mag geloven - ruwe bolsters met een zachte pit: loyaal, nobel en oprecht. Van flirten zoals in het zuiden zou hier niet makkelijk sprake zijn. Een Baskische vrouw is moeilijk te verleiden, zo zegt het cliché. Daar mag je wel wat geduld voor opbrengen. En ga zo maar door!
Daarom kijk ik graag naar een komische Spaanse serie als Allí Abajo, die zich gedeeltelijk in het zonnige Sevilla, gedeeltelijk in het grijze San Sebastián afspeelt, en die de verschillen van soms bijna dag en nacht tussen de Andalusiërs en de Basken op hilarische wijze uitvergroot.
Spanje is een divers land, met verschillende ‘volkjes’ verenigd onder één vlag. En al zouden veel inwoners het vertikken om ooit met die Spaanse vlag gezien te worden, ik vind dat ze samen veel rijkdom toevoegen aan het Spanje-merk. Ja, Spain is different!