Tartessos, mythische metaalstad in Zuid-Spanje

6 Februari 2020

tartessos-mythische-metaalstad-in-zuid-spanje-1

Er was eens lang, lang geleden… Wie in de Andalusische Oudheid duikt, komt er achter dat de regio barst van de vertellingen en mythes. Niet alleen de vele bouwwerken, opgravingen en gebruiksvoorwerpen herinneren ons aan een ver verleden, maar ook de natuur zelf fluistert haar geheimen uit lang vervlogen tijden.

Zo stroomt de Rio Tinto- ofwel Rode Rivier – vanuit de Sierra Morena over 100 kilometer naar de Golf van Cádiz en mondt bij Huelva in de oceaan uit. Aan de kust is er niets ‘roods’ aan deze rivier, maar wie stroomopwaarts gaat, ziet de kleur veranderen in een levendig roestbruin.

Dit komt door de aanwezige ertslagen en metalen in het stroomgebied. Aan de hoge zuurgraad en de bacteriën die leven van de opgeloste metalen, zoals ijzer en koper, dankt de rivier haar naam.

Ter hoogte van het stadje Nerva ligt een van de oudste mijnstreken ter wereld. Er zijn aanwijzingen dat mensen 5000 jaar geleden – ook wel de vroege kopertijd genoemd – al naast de rivier groeven naar goud, zilver, ijzer, en uiteraard koper.

Een van de meest tot de verbeelding sprekende periodes die verband houdt met de Rio Negro speelde zich af ten tijde van het bestaan van Tartessos, circa 1200 - 550 v. Chr. Deze handelsstad zou op een groot eiland in de monding van de Guadalquivir hebben gelegen op de locatie waar nu het moeras van het Parque Nacional de Doñana ligt.

Het is inderdaad zo dat archeologen verzonken havenkades onder het slib hebben aangetroffen, maar het is niet zeker vast te stellen uit welke tijd ze stammen. Tot op de dag van vandaag is de exacte locatie van de stad – was het wel een stad? – dus niet teruggevonden.

Wat we wel zeker weten, is dat Tartessos in zijn hoogtijdagen een bloeiende metaalhandel dreef. Het is geen toeval dat Arganthonios – man van zilver – de enige in de geschiedschrijving bekende koning is. Het Spaans-Keltische woord voor dit edelmetaal is namelijk argan.

De rijkdom van Tartessos was naar verluidt zo overweldigend dat ze zelfs hun ankers van zilver maakten. De meest succesvolle zeevaarders van die tijd, de Feniciërs, waren er als de kippen bij om een graantje mee te pikken van de welvaart. Rond het jaar 1000 v. Chr. zetten ze vlakbij een handelspost op genaamd Gadir – het tegenwoordige Cádiz. Ook de Bijbel noemt Tartessos – onder de Hebreeuwse naam Tarsis –, als dé handelsstad van waaruit koning Salomo scheepsladingen vol zilver naar Het Heilige Land liet overkomen.

De Oude Grieken beschrijven de kennismaking met de welvarende beschaving uitgebreid. Door een zware storm dreef een Grieks schip af tot voorbij de zuilen van Hercules – de antieke benaming voor de Straat van Gibraltar – en kwam pardoes terecht in de toen nog onbekende stad. De bemanning wachtte een koninklijke ontvangst en zette koers naar huis met een lading vol edelmetalen.

Het verhaal gaat dat ze zelfs 1,5 ton zilver meekregen om de kosten van een verdedigingsmuur tegen de Perzen te bekostigen. Op de uitnodiging om terug te komen gingen de Grieken gretig in en zij gaven een impuls aan meerdere nederzettingen in Zuid-Spanje, waaronder Mainaka, het tegenwoordige Málaga.

De invloedssfeer van Tartessos ging verder dan de grenzen van het huidige Andalusië. Zo heb je in de provincie Badajoz de ruïnes van Canco Roano en Turuñuelo de Guareña. Vooral de eerste opgraving is zeer goed geconserveerd en je kunt er talloze voorwerpen van brons, keramiek en sieraden bewonderen.

Na de 6e eeuw voor Christus is het afgelopen met Tartessos en verdwijnt de stad in de vergetelheid. Tot op de dag van vandaag vragen archeologen en geschiedkundigen zich af wat er is gebeurd. Was Tartessos wel één stad of bestond het gebied eerder uit een federatie van stadsstaten? Werd de beschaving veroverd door Cádiz of Carthago, of verdween de stad vanwege een enorme vloedgolf?

Of nog mooier: zou deze oude handelsstad misschien dé sleutel zijn tot het welvarende Atlantis uit de geschriften van Plato? Hoe dat precies zit? Welnu, daar kan ik je een mooi verhaal over vertellen. Lang, lang geleden…

Kima Lustig