Voettocht van Le Puy en Velay naar Santiago de Compostela

2 Februari 2009

voettocht-van-le-puy-en-velay-naar-santiago-1

Van 20 mei tot 22 juli (precies 10 weken) ben ik bezig geweest met een voettocht van Le Puy en Velay naar Santiago de Compostela. Het is moeilijk om de ervaringen van deze tocht weer te geven.

Desondanks ga ik een poging wagen om iets van de belevenissen samen te vatten voor de velen die op afstand met mij hebben meegeleefd.



Genootschap van St Jacob

In een snel tempo van 3 weken heb ik mij voorbereid. Via internet kwam ik er achter dat er een Nederlands Genootschap van St Jacob bestaat. Dat genootschap stelt zich o.a. ten doel om mensen, die de tocht willen gaan ondernemen, informatie te verschaffen en op weg te helpen. Je krijgt informatie over de afstanden, over de boekjes die de route aangeven, over de kleding die je nodig hebt, over de slaapplaatsen die je onderweg kunt verwachten en ga zo maar door. Uiteindelijk was de aanschaf van een effectieve en vooral lichte wandeluitrusting nog het meest tijdrovend.


De Camino naar Santiago de Compostela

voettocht-van-le-puy-en-velay-naar-santiago-2

Op 20 mei ben ik in Le Puy en Velay gestart met de wandeling. De Camino naar Santiago de Compostela is de route waarlangs sinds eeuwen de pelgrims trekken, op weg naar de botten van de heilige Jacob (St. Jacques of wel San Tiago, die een van de twaalf apostelen van Jezus was). Vanaf Le Puy en Velay is de afstand naar Santiago ongeveer 1.500 km.

Er zijn drie min of meer “officiële”startpunten, nl. Le Puy (oorspronkelijk kwamen de Duitsers en Zwitsers daar langs), Arles (voor hen vanuit de richting van Italië) en Vezelay (daar kwamen de Belgen en Nederlanders langs). De 3 routes komen vlak bij de Pyreneeën bijeen. De keuze is op Le Puy gevallen omdat van daaruit de route bijzonder mooi is qua natuur, gezien de ligging van de route over het Massif Central.

Ik heb uiteindelijk het stuk tussen Le Puy en Conques (ongeveer 1/3 van het Franse stuk) het mooist gevonden van de hele route.


De start in Le Puy

Bij de start in Le Puy verlaat je de stad door de naburige heuvels te beklimmen, waarbij het uitzicht op de stad meteen al indrukwekkend is.

Na ongeveer 25 km volgt de beklimming naar het Massif Central, wat zo’n paar uur in beslag neemt. Het is een hoogteverschil van 619m naar 1.069m. De vergezichten zijn adembenemend. Aanvankelijk zijn er vooral groene bossen, maar dan wordt het landschap al snel ruiger. Nog later, in de Aubrac, verandert het landschap in kaal, ruig glooiend terrein met paden met muurtjes. Dat doet een beetje Iers aan. Her en der in het landschap verspreid liggen enorme rotsblokken. In de velden groeien veel bloemen, wilde narcissen en kleine wilde viooltjes. Na Aubrac verlaat ik het Massif Central via een steil, smal bospad met allemaal losliggende keien: een moeilijke afdaling van 1.400m naar 350m. De velden staan vol met paarse viooltjes en gele boterbloemen! Overal staat de gele brem in bloei, die heerlijk ruikt!


Middeleeuwse burchtplaatsjes

Ik kom in een vriendelijk gebied met rivieren (de Lot, de Tarn, de Garonne) waar oude, middeleeuwse burcht-plaatsjes aan liggen.

Vervolgens wordt het landschap weer ruiger, met ravijnen, de causses, hooggelegen velden met kiezelpaden en leuke oude stenen muurtjes langs de paden. Er staat wat kreupelhout en zo hier en daar een dolmen. Via de verre velden (met klaprozen en margrieten) die steeds vlakker zijn, kom ik weer in lieflijk groene heuvels met leuke dorpjes. Totdat je merkt dat je in het voorgebergte van de Pyreneeën terecht komt en je steeds duidelijker de met sneeuw bedekte toppen van de bergen waarneemt in de verte. Hier komen de andere pelgrimroutes, vanuit Arles, Vezelay en Tours samen met de route vanuit Le Puy en Velay, om samen de Camino Francés te vormen.


Van St Jean-Pied–de-Port naar Roncevaux

voettocht-van-le-puy-en-velay-naar-santiago-3

De tocht over de Pyreneeën bestaat uit een geleidelijke klim van circa 1.300m. Je start in St Jean-Pied–de-Port op een hoogte van 181m en je gaat een col over van 1.430m. Daarna kun je kiezen tussen de steile en moeilijke afdaling of een meer geleidelijke om in 1 uur van 1.430m naar 952m af te dalen naar het klooster in Roncevaux, dat in Spanje ligt. De afstand tussen de beide plaatsen bedraagt 29 km. De tocht is bij mooi weer adembenemend mooi, de vergezichten zijn grandioos.

In Frankrijk kom je vooral door heel kleine dorpjes en kleine stadjes. In Spanje doe je een aantal grote steden aan, zoals Pamplona, Burgos, León. Deze steden zijn op zich een bezoek van enkele dagen meer dan waard. De monumenten in deze steden zijn eeuwenoud, schitterend mooi en bijzonder rijk. De straatjes zijn oud en smal, de pleintjes gezellig met leuke terrasjes.

Achter de Pyreneeën wordt de natuur meteen veel droger. In tegenstelling tot het groene, weelderige landschap van Frankrijk is in Spanje deze droogte van het landschap heel opvallend.

Op een heel andere manier dan Frankrijk is dit land bijzonder mooi en indrukwekkend. De vergezichten vanaf de bergketens waar je overheen trekt zijn fenomenaal. Van daaruit heb je een indruk van de immense afmetingen en de leegte van dit land. Steeds als je het gevoel hebt dat dit land onherbergzaam en on-noemelijk verlaten is, kom je weer bij een mooi dorpje waar de Spaanse mensen je gastvrij ontvangen, waar leuke restaurantjes zijn en schitterend mooie kerkjes.


De Kathedraal van Santiago

voettocht-van-le-puy-en-velay-naar-santiago-4

Tussen Burgos en León liggen de zogeheten meseta’s. Dat is een werkelijk lege hoogvlakte van zo’n 120 à 150 km met onafzienbare graanvelden, geen boom om schaduw te geven en enkele tientallen kilometers om af te leggen voordat er weer een dorpje in deze droogte en leegte

verschijnt. Het enige dat je hier urenlang rondom je ziet is het geel van het graan en het blauw van de lucht. ‘s Nachts is het behoorlijk koud en overdag heel heet. Voor een pelgrim is dit een berucht en lastig stuk om doorheen te trekken. Tegelijkertijd betekent dit een uit-daging waar je uiteraard niet voor terugdeinst. “Na de meseta’s bén je er bijna”.

Na León wordt het landschap weer veel groener. Er zijn nog twee bergketens over te trekken, nog een aantal mooie steden met kathedralen, kerkjes en bruggetjes te bekijken, alvorens Santiago bereikt wordt.

Na Santiago lopen de meeste pelgrims ook de ongeveer 80 km naar de kust. Daar ligt Finisterre (Finis Terrae: einde van de aarde), want zoals de mensen vroeger dachten, hield daar dan de wereld op.

Buiten de schitterende natuur vind je een schat aan culturele en historische monumenten in de vorm van eeuwenoude kerken (soms wel uit de 10e eeuw), bruggen, kloosters, het kruis van Roland in de Pyreneeën en ga zo maar door. De kathedraal in Santiago is groot, bijzonder rijk, en zelfs na al het moois dat je al gezien hebt, indrukwekkend. In de kathedraal bevindt zich het beeld van St. Jacques (groot, van goud en edelstenen!) waar je via trappetjes achter langs wordt geleid. Je komt ter hoogte van de hals van het beeld en je mag je armen er even om heen leggen om het beeld te omhelzen. Onder in de kathedraal wordt je langs een grote, met goud en edelstenen versierde kist geleid waar de botten van St. Jacques in zouden liggen.

In de volgende Kosta zal ik verder ingaan op mijn persoonlijke ervaring tijdens deze boeiende pelgrimstocht.


Hetty van der Bijl

Kosta redactie