Wandeling door Spanje´s grootste museumdorp
27 Januari 2019Vorig jaar schreef ‘onze’ Annelies van de Kosta een artikel over ‘mijn’ dorpje. Dit is ook mijn favoriete dorp geworden, want nergens vind je zoveel kunstwerken op één plaats als in Genalguacil. Je hebt eigenlijk niet genoeg aan een dag om alles te bekijken. Een deel van de collectie, die we al wandelend door het labyrint van hellende nauwe straatjes hebben ontdekt, heb ik hieronder beschreven.
Ik had van tevoren opgebeld en een afspraak gemaakt voor een interview en/of rondleiding en moest maar naar Isabel vragen in het gemeentehuis. Toen we na zo’n anderhalf uur rijden precies op tijd arriveerden, bleek Isabel van niets te weten. Ze gaf ons een stapeltje folders en belde de burgemeester, die na een kwartier aan kwam hollen. Hij vertelde ons dat er iedere twee jaar (in het begin zelfs ieder jaar) zo’n tien kunstenaars werden uitgenodigd om in het dorp te komen logeren en werken. Hun kunstwerken (schilderijen, muurschilderingen, beelden, foto’s, video’s en installaties) werden na afloop aan het dorp geschonken. Zo werd Genalguacil na veertien kunsthappenings een levend museum.
‘Het is wel een geniaal idee geweest om door middel van dit kunstproject het dorp te promoten en het toerisme, en dus de economie, op te peppen’, merkte ik op. Ja, en doordat er zoveel mooie dorpen zijn in de Peña Blanca, was dit project er niet alleen om toeristen te trekken, maar hoopte de burgemeester ook de leegloop van het dorp tegen te gaan, door het aantrekkelijk te maken voor artiesten en kunstliefhebbers....
Onderweg naar de parkeerplaats hadden we al verschillende kunstwerken gezien. Vlak tegenover het gemeentehuis stond een bankje tegen een witte muur en op het lage muurtje er tegenover was een stalen constructie bevestigd die ik alleen maar kan omschrijven als een grote chocoladeletter van metaal in de vorm van een soort man. Zijn spiegelbeeld was omgekeerd op de zijmuur bevestigd. Deze zwarte doorzichtige constructie stak prachtig af tegen het berglandschap en de hemelsblauwe achtergrond. En natuurlijk, op het bankje zat het onvermijdelijke oude mannetje (de vorige keer dat ik er was zaten er drie).
Dit was een van de vele kunstwerken die met opzet aan de rand van het dorp geplaatst waren. Afgetekend tegen de achtergrond van bergen, bossen en de blauwe hemel, om de eenheid van cultuur en natuur te benadrukken. Het mooist vond ik het houten beeld ‘Telereal’, een man in een mantel van blauw mozaïek; zittend op een laag wit krukje kijkt hij door een houten schilderijlijst naar de groen beboste bergen in de verte.
Ook het artefact ‘Los Immigrantes’ stak prachtig af tegen de blauwe lucht. Dit beeld is een groot wit vlak waarop een groep silhouetten van een immigrantenfamilie is geschilderd, in diverse tinten grijs tot zacht blauw. De man in het midden is er uitgezaagd. Een oud vrouwtje vertelde ons dat deze familie nog in het dorp woont, maar dat de uitgezaagde man ook werkelijk weg was. Hij had een baan gekregen in Noord-Spanje.
We zagen op de witte muren van sommige huizen enorme zwarte tekeningen van vrolijk lachende mensen en een geschreven ode aan de gefrituurde paprika´s en gazpacho van Francisca. Er was een gigantische hagedis van mozaïek, een mozaïekboom met driedimensionale vogels en citroenen, allemaal op witte muren. En het meest verbazingwekkende: een moskee met binnenplaats geschilderd op een grote zijmuur met een terras ervoor. Uit de verte leek het net echt.
Een erg aardige muurdecoratie was ook de ‘Contador de Historias’: een cirkel van groene en blauwe handjes en voetjes, weer van mozaïeksteentjes. Bovenop een muurtje met een blauwe deur zaten vier lange, dunne, witte figuren. Het leek net iets uit een sciencefictionfilm: buitenaardse wezens met lange dunne arm- en beensprieten, die even uit zaten te rusten van hun reis door cyberspace. Bovenin het dorp hing nog een levensgroot donkerbruin vrouwenbeeld dat een sprong in de ruimte leek te maken vanaf een hoge witte muur. Ergens onderaan een eng steil straatje lag in een hoek iets dat leek op een achteloos neergegooid geblokt tafellaken van zwart-wit mozaïek.
Overal doken losstaande beelden op. Soms was je er al bijna voorbij eer je er erg in had. Zoals bijvoorbeeld bij ‘Esquina’ (hoek), echt uitgehouwen uit een hoek van een huis en beschilderd in wazig blauw en geel tegenover het houten beeld ‘Fusion’, een innig omstrengeld paar, gemaakt uit één boomstam. Iets verderop was nog zoiets genaamd ‘De dansende kastanje’, ook uit een boomstam gehakt, maar minder intiem, de beide gezichten een andere kant uitkijkend. Een ander intrigerend kunstwerk vond ik een meer dan manshoog ei (van Columbus), afgeplat om het te kunnen laten staan, met kinderfiguren in mozaïek op een blauwe achtergrond. Bovenop lag prinsheerlijk een oranje emaille poes.
Als je te moe werd van al dat op en neer sjouwen door die dorpsstraatjes, was er op een hoekje opeens een rustieke sillon (leunstoel) gehouwen uit een boomstam met wortel; rustiek rusten dus. Je kon heerlijk achteroverleunen, maar de zitting was wel een beetje hard aan de kont. Het machinaal gemaakte stoeltje ernaast was minstens even hard. Vlakbij het museum hing ook nog een driedimensionaal kleitablet aan de muur dat de eikenschors-oogst uitbeeldde. Er vlak erboven zagen we een modern beeld, een shisha. De shisha was gemaakt door een Chinese artiest, die ieder huis in het dorp er een had geschonken. Een shisha boven de deur brengt namelijk geluk.
Wij gingen terug naar het museum, waar de burgemeester ons een snelle rondleiding gaf. Daar stond, hing of lag alles wat niet buiten tentoongesteld kon worden. Er was van allerlei technieken wat: pasteltekeningen, collages van uitgeknipte ansichtkaarten, een demografische compositie van een hoogtelijn met foto´s van bepaalde plaatsen, herkenningspunten van Genalguacil. Ook waren er schalen van keramiek en kleurenfoto´s van de natuur rond het dorp. Wat ik het leukst vond, waren uitgeknipte ansichtkaarten in de vorm van eikenbladeren tegen de muur geplakt in een soort hartvorm. Door de lichtval werd het een zwart-zilver glinsterend geheel.
Het allerleukste was een soort gordijn van gele en groene lamellen met in het midden een kier waar het licht bijna verblindend doorheen scheen. En het aller- allerleukste was het levensgrote mannetje van enigszins gehavend zwart pleisterwerk dat helemaal bovenin over een balkonleuning hangend naar de groene bergen aan de overkant keek.
De burgemeester had op mijn verzoek een in het dorp wonende artiest opgetrommeld, Carlos Re. Hij bracht ons met zijn hond en oude jeep naar zijn atelier aan de rand van het dorp, ook weer met een fenomenaal uitzicht. Hij bleek ook Nederlands te spreken, hij had 24 jaar in Amsterdam gewoond. Hij is van origine Argentijn en woont en werkt nu al 28 jaar in Genalguacil. In zijn atelier hingen zijn schilderijen aan de muren, stonden ze tegen de wanden en lagen ze op tafel en op de grond. Hij schilderde op lappen die op de grond lagen: veel grote, kleurige figuren. Zelf noemde hij zijn stijl neo-abstract en figuratief. Er stond een naaimachine om de lappen aan elkaar te naaien. Er lag ook een stapeltje kleine werken (25 x 10 cm) die hij samen met een artieste/dorpsgenote maakt. Hij schildert de achtergronden en zij weeft hier kleurige patronen overheen, heel bijzonder. Ik, heel ouderwets, beoordeel schilderijen toch altijd nog of ik ze bij mij thuis aan de muur zou willen hebben en dan zou ik zeker zo´n schilder-weefwerk combinatie kiezen of dat blauw-paarse figuratieve schilderij. En ook nog wel die rood-gele op de vloer en eigenlijk ook… ik stop.
Alles wat we in het dorp hebben gezien is teveel om op te noemen, laat staan om te beschrijven. Ik vind het al jammer dat ik geen twintig foto´s in dit artikel kan plaatsen, het is allemaal even interessant. Dus… als je kans ziet om de slingerende bergweg van Estepona naar Genalguacil te rijden, vooral doen!